Uitgangspunten
inleiding
Vanuit onze visie 'mens en dier samen in balans' hanteren wij een aantal basisprincipes bij onze projecten en activiteiten.
Beleid ten aanzien van natuurbehoud moet gebaseerd zijn op wetenschappelijk onderzoek binnen een ethisch verantwoord kader. Het moet de intrinsieke waarde van individuele dieren en soorten erkennen en rekening houden met hun behoeften voor hun welzijn als wezens met gevoel en bewustzijn.
Beleidsbeslissingen ten aanzien van natuurbehoud dienen op de volgende uitgangspunten te worden gebaseerd: ecologische duurzaamheid, biologische duurzaamheid en het voorzorgsbeginsel.
Mensen hebben een morele verantwoordelijkheid om te voorzien in de behoeften van de dieren die van hen afhankelijk zijn. Deze verantwoordelijkheid omvat ook het beschermen van wilde dieren en hun leefgebieden tegen – al dan niet opzettelijk – door mensen veroorzaakte gevaren. Verantwoordelijk menselijk gedrag moet direct en indirect gevaar voor alle dieren voorkomen, vermijden of in ieder geval beperken.
beginselverklaringen
basisprincipes
Om biologische duurzaamheid te waarborgen dienen levende organismepopulaties niet zodanig geëxploiteerd of anderszins opgeofferd te worden dat ze afzwakken tot niveaus of omstandigheden waarvan ze niet op natuurlijke wijze kunnen herstellen.
Dierenwelzijn heeft zowel een wetenschappelijke als een filosofische kant. De wetenschappelijke kant van dierenwelzijn brengt het fysieke en mentale welzijn van dieren op objectieve wijze in kaart, in verhouding tot de kwaliteit en duurzaamheid van hun leefomgeving. Om de manier waarop we met dieren omgaan en het effect op hen te onderbouwen, is het van belang dat we afwegen waarom een actie nodig is en hoe dit van invloed zal zijn op de dieren. De filosofische kant van dierenwelzijn vereist dat het gebruik van een dier gerechtvaardigd is en dat het 'voordeel' voor de maatschappij op moet wegen tegen de 'prijs' van het individuele dier. Er zijn grenzen voor het gebruik van dieren, ongeacht de mogelijke voordelen. Deze worden uiteengezet in de Banner Principles.
IFAW ondersteunt duurzaam gebruik, zolang het echt ecologisch en biologisch duurzaam is, evenals eerlijk en menselijk, en voldoet aan het voorzorgsbeginsel.
Ecologische duurzaamheid is cruciaal voor het welzijn van alle levende organismen op aarde en dient het belangrijkste doel te zijn van bescherming.
- Bescherming is traditiegetrouw gericht op de intrinsieke waarde van soorten, leefomgevingen en ecosystemen.
- Dierenwelzijn is traditiegetrouw gericht op de intrinsieke waarde van het individuele dier.
IFAW gelooft dat ieder leven intrinsieke waarde heeft. Individuele dieren, populaties, soorten en de ecosystemen waarin ze leven hebben allemaal een op zichzelf staande waarde, los van hun nut voor mensen.
Gezien de wetenschappelijke onduidelijkheid en omstreden informatie hanteert IFAW een voorzorgsbenadering ten aanzien van besluitvorming over interventies op het gebied van bescherming en dierenwelzijn. IFAW vindt dat er alternatieven voor mogelijk schadelijke acties moeten worden bedacht en dat deze prioriteit moet krijgen. De actieve of passieve verantwoordelijkheid zou moeten liggen bij de initiatiefnemer van het mogelijk schadelijke besluit.
De kwaliteit van leven en dierenleed zijn een morele zorg. Dieren zijn gevoelige wezens. Daarom dient hun welzijn in overweging te worden genomen bij het formuleren en implementeren van beleid. Goed welzijn (fysiek en mentaal) is niet alleen de afwezigheid van pijn en lijden. Positieve ervaringen en emoties zijn van essentieel belang voor 'een leven dat de moeite waard is', één van de belangrijkste criteria voor goed welzijn.
Wetenschap draagt bij aan kennis. Vanuit een ethisch kader bekeken, is besluitvorming gebaseerd op wetenschappelijke kennis. Besluitvorming is gebaseerd op wetenschappelijke kennis en hanteert daarbij een ethisch kader.
klimaatverandering
Klimaatverandering heeft ingrijpende gevolgen voor individuele dieren, populaties en hun leefgebieden. IFAW erkent de omvang van deze dreiging en is van mening dat landen de verplichting hebben om de Klimaatakkoord van Parijs te ondertekenen en uit te voeren om de uitstoot van broeikasgassen en daarmee de gevolgen van klimaatverandering te verminderen. Individuen en gemeenschappen kunnen een rol spelen door hun ecologische voetafdruk te verkleinen door middel van veranderingen in levensstijl om de druk die dieren ondervinden als gevolg van klimaatverandering te verlichten.
betrokkenheid van de gemeenschap
IFAW streeft ernaar om met betrokkenheid van gemeenschappen de relatie tussen mens en dier over de hele wereld te versterken en behouden.
Het leven van gemeenschappen, de dieren die ze verzorgen en de wilde dieren om hen heen zijn onlosmakelijk verbonden door de leefomgevingen, gedeelde hulpmiddelen en interacties die ze hebben. IFAW staat voor respectvolle en inclusieve betrokkenheid. Gemeenschappen krijgen de kans om belangrijke problemen op het gebied van bescherming van wilde dieren bespreekbaar te maken en tegelijkertijd afwegingen over dierenwelzijn te maken.
huisdieren
Grootschalige doding van huisdieren, zoals katten en honden, is geen acceptabele of effectieve methode voor populatie- of ziektebeheersing. Problemen ten aanzien van populatie, gedrag en ziekte bij deze dieren vallen onder de verantwoordelijkheid van de gemeenschap en vallen binnen het beleid voor het bestaan, de veiligheid en het welzijn van deze dieren. Uit onderzoek blijkt dat sterilisatie/castratie en vaccinatieprogramma's veel effectiever zijn dan populatie- en ziektebeheersing.
IFAW steunt positieve trainingsmethoden waarbij dieren beloond worden voor gewenst gedrag.
IFAW is tegen de verminking van lichaamsdelen van een dier om redenen anders dan de bescherming van de gezondheid van het dier of sterilisatie bij katten en honden. Deze handelingen dienen verricht te worden door een ervaren dierenarts.
Als blijkt dat de kwaliteit van leven voor een dier niet meer afdoende is of zal zijn en dit niet kan worden opgelost of voorkomen, kan euthanasie het beste zijn voor het dier.
Het fokken van huisdieren gaat gepaard met de verantwoordelijkheid om het welzijn van de ouders en nakomelingen te waarborgen. Dit betreft onmiddellijke zorg, individueel welzijn en de genetische gezondheid van de stam.
IFAW is zich bewust van de relatie die mensen hebben met huisdieren voor gezelschap en levendigheid en de belangrijke rol die deze dieren spelen in menselijke gemeenschappen. De gezondheid en het welzijn van huisdieren is van uiterst groot belang voor de gezondheid en het welzijn van mensen, onze gemeenschappen, wilde dieren en het milieu. Huisdieren dienen voorzien te zijn van de voorzieningen en zorg die ze nodig hebben om hun eigen welzijn te waarborgen. Ookom ervoor te zorgen dat ze geen gevaar vormen voor mensen, wilde dieren en/of huisdieren.
wilde dieren
Daar waar jagen ten behoeve van levensonderhoud wettelijk is toegestaan, is het de verantwoordelijkheid van een lokale autoriteit om ervoor te zorgen dat er op een ecologisch duurzame manier wordt gejaagd en dat alle voorzorgsmaatregelen zijn getroffen om de verstoring van sociale structuren en de kwelling en het lijden van de gedode dieren tot een minimum wordt beperkt. Besluitvorming, informatie-uitwisseling en het vaststellen van de rechten, krachten en plichten ten aanzien van middelentoewijzing en -beheer dienen plaats te vinden binnen een gezamenlijk/communautair kader.
De wrede en inhumane behandeling van dieren onder het mom van ruiming of ongediertebestrijding is onacceptabel. Als dieren overlast veroorzaken, omdat ze eigendommen beschadigen of gezondheids- en veiligheidsrisico's veroorzaken, dienen humane alternatieven waarbij geen dieren worden gedood of in gevangenschap worden genomen eerst te worden overwogen. Als dodelijke middelen wetenschappelijk en ethisch aanvaardbaar zijn, dienen deze te voldoen aan de euthanasievoorschriften in dit document.
IFAW is van mening dat wilde dieren in principe in het wild thuis horen. Wilde dieren horen niet in gevangenschap te leven, tenzij er kan worden voldaan aan de welzijnsbehoeften van de dieren en dit ethisch verantwoord is op basis van bescherming en/of dierenwelzijn. Er zijn een aantal soorten met behoeften waaraan niet kan worden voldaan. Deze soorten dienen daarom niet in gevangenschap te leven in verband met hun complexe sociale of ecologische eisen. Het gevangen houden van wilde dieren zoals huisdieren is vooral problematisch, omdat er sprake is van een gebrek aan toezicht en voor serieuze problemen ten aanzien van dierenwelzijn, de bescherming van wilde dieren en de menselijke gezondheid leidt. Bovendien draagt het bij aan de illegale verhandeling van wilde dieren.
Ingeblikte jacht, ook wel bekend als 'put and take', betreft de jacht op dieren in een verblijf waaruit een dier niet kan ontsnappen; de jacht op dieren die zijn gedrogeerd of verdoofd, en/of; aan de mens gewende dieren. IFAW is tegen ingeblikte jacht.
IFAW maakt zich hard voor de bescherming van diersoorten, zoals de zadelrob. Deze worden niet aangemerkt als 'kwetsbaar' of 'bedreigd', maar de populaties leven onder extreme druk van menselijke activiteiten en zijn daarom wel bedreigd. Op bedreigde diersoorten zou niet gejaagd mogen worden.
Iedere vorm van jagen dient humaan, verantwoord en niet willekeurig te zijn en mag geen bedreiging voor bescherming vormen. De ethische rechtvaardiging voor de jacht op wilde dieren dient per geval te worden beoordeeld.
Onethische of inhumane jacht op wilde dieren voor commerciële doeleinden, zoals voedsel, bont, medicijnen, versiering of olie, dient te worden verboden. Commerciële jacht is gericht op de financiële voordelen op de korte termijn in plaats van het risico voor een snelle uitsterving van bepaalde diersoorten, aangezien er geen stimulans is voor het behoud van populaties.
Dieren zouden niet als trofee moeten worden gedood, zelfs als de dieren daarna worden geconsumeerd. Naast het feit dat wilde dieren tot een statussymbool worden verlaagd, is trofeejacht gericht op uitzonderlijke, genetisch specifieke dieren. Hierdoor kan de voortplanting van toekomstige generaties negatief worden beïnvloed. Bovendien zijn er in veel landen geen voorschriften voor het doden van dieren. Onervaren jagers kunnen het dier dus onnodig lang laten lijden door verwondingen of meerdere, ineffectieve injecties. IFAW benadrukt de noodzaak voor modellen voor alternatief landgebruik en de implementatie ervan. Het is van groot belang dat de internationale gemeenschap streeft naar alternatieve financieringsmiddelen voor bescherming ter vervanging van bestaande inkomsten die afhankelijk zijn van trofeejacht.
Wilde dieren mogen niet voor sport of entertainment worden gebruikt als er sprake is van stress, wreedheid of bestraffende trainingsmethoden. Het gevangenhouden van dieren met entertainment als primair doel is ethisch onverantwoord.
Commerciële walvisjacht (inclusief zogenaamde “wetenschappelijke walvisjacht”) en commerciële zeehondenjacht zouden verboden moeten worden. De jacht is wreed, onnodig en kan een serieuze bedreiging vormen voor het bestaan van deze diersoorten.
voedsel en gekweekte dieren
Intensieve veehouderij vindt plaats in geïndustrialiseerde faciliteiten waarbij gebruik wordt gemaakt van vrijheidsbeperkende systemen met een hoge bezettingsdichtheid. Deze tasten het welzijn van de dieren aan en zijn vervuilend voor het milieu. Door lokaal en humaan gekweekt voedsel te kopen van duurzame bronnen en de consumptie van dierlijke producten te verminderen, wordt ook de schadelijke impact voor dieren en het milieu teruggedrongen.
Gekweekte dieren, inclusief vis, die zijn gekweekt en geslacht voor voedsel of andere doeleinden, hebben recht op positieve ervaringen en bescherming tegen stress en lijden gedurende hun leven. Hiertoe dienen hun fysieke en emotionele behoeften te worden vervuld, inclusief welbehagen en controle over hun omgeving.
IFAW is tegen het kweken van wilde dieren, omdat het zeer onwaarschijnlijk is dat er in deze commerciële omgeving kan worden voldaan aan hun biologische en psychologische behoeften. Sommige kweekpraktijken met wilde dieren veroorzaken serieuze problemen op het gebied van dierenwelzijn, verhoogde kans op ziekte en de overdracht van parasieten, evenals verslechtering van de leefomgeving en uitsluiting. IFAW is ervan overtuigd dat het kweken van wilde dieren de markt in de hand werkt en de jacht op en illegale handel in inheemse wilde dieren verder intensiveert. Bovendien worden veehouders nog meer gestimuleerd om andere wilde dieren in gevangenschap te nemen.
De ontwikkeling van nieuwe markten en toenemende handel in wilde dieren voor menselijke consumptie leidt tot praktijken die noch humaan noch ecologisch duurzaam zijn. Bovendien brengt de toenemende handel een groot risico met zich mee op de overdracht van zoönotische ziekteverwekkers als gevolg van interactie tussen dieren in de keten van menselijk gevangenschap, vooral als er sprake is van onveilige/onhygiënische praktijken. IFAW heeft begrip voor het feit dat wilde dieren een belangrijke bron van eiwitten zijn voor veel mensen, maar is van mening dat de jacht op wilde dieren voor voedsel op een humane en ecologisch duurzame manier dient te verlopen.
werkdieren
Werkdieren worden gebruikt voor werkzaamheden zoals het dragen van voorwerpen, landbouw, wetshandhaving en therapie. De dagelijkse zorg van deze dieren dient te voldoen aan alle eisen voor fysieke, gedragsmatige en mentale gezondheid. Dieren moeten niet worden getraind of gemotiveerd door middel van straffen, gedwongen worden om buitensporig te presteren of werken onder zware omstandigheden die leiden tot stress of verwonding. Apparatuur dient comfortabel te zijn en geen pijn of verwondingen te veroorzaken. Dieren hebben voldoende rust nodig, momenten van ontspanning en ruimte voor natuurlijk gedrag.
Dieren die worden ingezet voor militaire zoek- en reddingswerkzaamheden en therapie hebben vooral een plek nodig om de emotionele indrukken die ze opdoen tijdens hun werk te verwerken.
het gebruik van dieren in wetenschap en in medische en niet-medische preparaten
Het gebruik van dieren in wetenschappelijk onderzoek moet worden beperkt en er moet gebruik worden gemaakt van alternatieven op basis van de 3 R'en: verfijning (Refinement) van de procedures om lijden tegen te gaan, vermindering (Reduction) van het aantal gebruikte dieren en vervanging (Replacement) van dieren door niet dierlijke alternatieven, indien beschikbaar.
Wilde dieren, delen van hen en afgeleiden mogen niet worden gebruikt in medische en niet-medische preparaten, omdat de handel inhumaan en niet duurzaam is gebleken. In plaats daarvan zou er duurzaam gebruikgemaakt moeten worden van niet-bedreigde plantaardige en synthetische materialen.
invasieve uitheemse soorten
De aanwezigheid van uitheemse soorten is niet noodzakelijk schadelijk. Dankzij ecologische omstandigheden overleven ze echter soms zo lang dat ze invasief worden en een bedreiging vormen voor de biodiversiteit en gerelateerde ecosysteemdiensten. IFAW bevordert beleid waarin voorzorg en preventie centraal staan en dat zowel humaan als ecologisch duurzaam is.
kerndefinities
De Banner Principles zijn als volgt: (i) Leed van een bepaalde mate en soort dient onder geen enkele omstandigheden te worden toegebracht aan het dier. (ii) Ieder leed aan een dier, zelfs wanneer niet geheel ongeoorloofd, dient te worden gerechtvaardigd en de voordelen dienen het leed te overtreffen. (iii) Ieder leed dat is gerechtvaardigd door het tweede principe dient echter zoveel mogelijk beperkt te worden.
Soorten die het risico lopen op uitsterving of uitroeiing. Er zijn diverse internationale, nationale en regionale classificatieschema's voor bedreigde diersoorten op basis van kerncriteria om kwetsbare taxa te identificeren, herstelplannen op te stellen, verdere afnamen te voorkomen en herstel te stimuleren.
Het principe van bescherming van een ecosysteem, de leefomgeving van wilde dieren of diersoorten tegen schade of onherroepelijk verlies.
Een bestaansmiddel bestaat uit de mogelijkheid, middelen (zowel materiële als sociale middelen) en activiteiten die nodig zijn om te kunnen leven. Een bestaansmiddel is duurzaam als het kan omgaan met en herstellen van stressfactoren en shocks en zijn mogelijkheden en middelen kan behouden of verbeteren, nu en in de toekomst, zonder de natuurlijke middelenbasis aan te tasten.
Het proces dat IFAW volgt om relaties en samenwerkingen op te bouwen met de personen die het dichtst bij dieren en hun gewoonten staan met als doel een collectieve visie toe te passen ten behoeve van dieren, mensen en het milieu.
De diversiteit van levende organismen van alle bronnen, zoals terrestrische, mariene en andere aquatische ecosystemen en de ecologisch complexen waarvan ze onderdeel uitmaken. Dit omvat de diversiteit binnen soorten, tussen soorten en van ecosystemen.
De capaciteit van een biologisch systeem om te overleven in alle processen waaruit dat systeem bestaat, bijvoorbeeld reproductie, diversiteit, populatie, productiviteit en veerkracht in geval van een ramp.
Ieder lid van het dierenrijk met een sensorisch en zenuwstelsel waarmee het kan reageren op stimuli en communiceren met zijn omgeving. Voor het doel van deze glossary verwijst het woord 'dier' hier naar soorten waarvan bekend is dat ze gevoelig zijn. In het kader van het voorzorgsbeginsel geven we in sommige gevallen het voordeel van de twijfel wat betreft de mogelijke gevoeligheid, zelfs als een breed draagvlak en wetenschappelijke gegevens ontbreken.
Het fysieke en mentale welzijn van dieren; er wordt gebruikgemaakt van fysieke, fysiologische, en gedragsmatige maatregelen om dierenwelzijn te beoordelen.
Een proces dat wordt gebruikt door mensen om diersoorten genetisch en fenotypisch te veranderen via selectief fokken voor een specifiek menselijk doel.
Het gebruik van de natuur, inclusief leefomgevingen van dieren en wilde dieren, door mensen voor allerlei doelen op een ecologische en biologische manier, en op evenwichtige en humane wijze en in overeenstemming met het voorzorgsbeginsel.
De mogelijkheid van een ecosysteem om ecologische processen, functies, biodiversiteit en productiviteit in de toekomst te waarborgen, vaak gemeten in indicatoren voor algehele biologische diversiteit of 'draagkracht' voor bepaalde indicatorsoorten.
Het directe en indirecte aandeel van ecosystemen in het menselijk welzijn.
Het doden van een dier om onaanvaardbare pijn en lijden te voorkomen. Euthanasie zorgt voor een snelle dood op een humane manier en vermindert angst, stress, pijn of ongemak tijdens het overlijdensproces of in de afhandeling, beheersing en andere omstandigheden die gepaard gaan met het proces. Euthanasie zorgt voor een snel bewustzijnsverlies, gevolgd door de dood, en dient onomkeerbaar te zijn.
Een dier dat tot een uitheemse soort behoort, afkomstig uit een ander geografisch gebied dan het gebied waar het leeft of wordt gehouden.
Een dier van een niet gedomesticeerde soort dat in gevangenschap wordt gehouden voor gezelschap, decoratie, status of emotionele en/of fysieke ondersteuning.
Een dier dat door mensen in of in de buurt van een menselijke woning wordt gehouden voor gezelschap, status of emotionele en/of fysieke ondersteuning.
Een groep mensen die op dezelfde plek woont of een eigenschap of interesse delen (bijv. beroep, waarden, socio-economische factoren).
Gezelschapsdieren zijn gedomesticeerde huisdieren die gewend zijn aan mensen en in staat zijn om nauwe banden met mensen op te bouwen en daarom doorgaans niet gekooid zijn of anderszins in nauwe beperking worden gehouden (bijv. katten, honden, paarden).
Huisdieren zijn gedomesticeerde diersoorten waarmee gemeenschappen of leden ervan persoonlijke en onderling afhankelijke relaties hebben. Voorbeelden zijn honden, katten, kippen, geiten en vee van kleinschalige boeren. Grote kuddes vee voldoen meestal niet aan deze definitie.
Dieren die genetisch zijn veranderd door mensen via selectief fokken gedurende vele generaties met als doel het verbeteren van bepaalde fenotypes voor menselijk gebruik, zoals handel, voedsel, vezel, uiterlijk of werk.
Huisdieren worden doorgaans in huis gehouden om de emotionele ondersteuning die ze bieden aan mensen. Als dieren binnen worden gehouden, dienen hun fysieke, psychologische en gedragsmatige behoeften in de gaten te worden gehouden.
Het hebben of tonen van compassie en zorg voor mensen en dieren.
De verplaatsing van een diersoort buiten zijn natuurlijke leefomgeving door menselijke interventie.
Onder uitheemse soorten worden alle levende specimen van een soort, subsoort of lager taxon van dieren, planten, schimmels of micro-organismen verstaan die buiten hun natuurlijke leefomgeving worden ingevoerd. Ook delen, gameten, zaadcellen, eicellen of propagulen van dergelijke soorten, evenals kruisingen, variaties of rassen die kunnen overleven en zich voort kunnen planten worden hiertoe gerekend.
Gebrek aan compassie voor lijden; wreed.
Het kweken, houden en transporteren van dieren in grote, geïndustrialiseerde, afgesloten voorzieningen met een hoge bezettingsdichtheid. Dieren worden behandeld met optimale groei en productie als doel ten koste van fundamentele welzijnseisen en zonder aandacht voor kwaliteit van leven. Geïndustrialiseerde veehouderij is afhankelijk van geïndustrialiseerde, monocultuur gewasproductie en intensief gebruik van pesticiden en geneesmiddelen.
De intrinsieke waarde van iets of iemand, onafhankelijk van zijn waarde (of nut) voor andere dingen of mensen.
Uitheemse dieren die hun leefomgeving hebben verplaatst of uitgebreid, zijn ontsnapt of ingevoerd in een ecosysteem en die bestaande inheemse dieren wegjagen, overtreffen of schade toebrengen als ze in een voor hen uitheems leefgebied worden ingevoerd of verplaatst.
Er zijn een aantal kaders voor dierenwelzijn ontwikkeld om normen en een gemeenschappelijke internationale taal op het gebied van dierenwelzijn vast te stellen. Dit zijn onder andere de Vijf Vrijheden, de originele en bekendste; de drie benaderingen van Fraser (natuurlijk leven, emotioneel en fysiek welzijn); het kader Kwaliteit van leven, en het kader van Mortons vijf domeinen. Ieder kader kent een praktische toepassing en de keuze voor een kader hangt af van de omstandigheden. Naast de praktische toepassingen ter bevordering van dierenwelzijn, is het ook van belang om de basisbeginselen op te volgen. Er zijn grenzen voor het gebruik van dieren, ongeacht de mogelijke voordelen. Deze worden uiteengezet in de Banner Principles.
Klimaatverandering verwijst naar aanhoudende (doorgaans decennia of langer) veranderingen in de staat van weerpatronen binnen een bepaalde regio, inclusief temperatuur, luchtvochtigheid, wind en de hoeveelheid en soort neerslag. Klimaatverandering kan het gevolg zijn van natuurlijke interne en externe processen, zoals variaties op de zonnecycli, vulkanische uitbarstingen en aanhoudende antropogene verstoringen in de samenstelling van de atmosfeer of in landgebruik. Het Framework Convention on Climate Change (UNFCCC) maakt onderscheid tussen klimaatverandering te wijten aan menselijke activiteiten die de atmosferische samenstelling direct of indirect veranderen (bijv. stijging in de uitstoot van fossiele brandstof die leidt tot opwarming van de aarde) en klimaatvariabiliteit toe te wijden aan natuurlijke oorzaken, waargenomen in vergelijkbare tijdsperioden.
Een vorm of methode van jagen die niet kan worden gerechtvaardigd of onderbouwd of die ten koste gaat van dierenwelzijn of bescherming.
Een organisme met eigenschappen die door mensen als schadelijk of ongewenst worden geacht.
Dieren die worden getraind om een taak uit te voeren met menselijk entertainment als primair commercieel doel, rechtstreeks (bijv. circusvoorstellingen of aquariumshows) of via een verbonden instantie.
De dodelijke en niet-dodelijke verwijdering van dieren om de omvang van een populatie te beheersen of reduceren.
Een proces waardoor het gedrag van een wild of verwilderd dier gewend raakt aan menselijk handelen. Dit staat haaks op domesticatie, waarvoor aanpassing van de genetische eigenschappen van een soort door mensen is vereist voor de versterking van fenotypen die gewenst zijn voor menselijk gebruik.
Gedomesticeerde dieren gebruikt voor de medische, psychologische of fysieke ondersteuning van mensen.
Het proces waarmee dieren door de mens gewenst gedrag wordt aangeleerd.
Dieren die worden gefokt voor de productie van voedsel, huid of vezels, zoogdieren met hoeven die worden gekweekt voor voedsel, melk en leer; gevogelte; vis; en dieren die worden gekweekt voor hun vacht, huid, veren en andere lichaamsdelen.
Huisdieren die in een wilde staat leven en slecht zijn gesocialiseerd ten opzichte van mensen en bang voor mensen zijn. Deze omstandigheden zijn meestal onomkeerbaar.
Dieren die worden gehouden, gefokt of gejaagd voor menselijk voedsel.
Een wetenschappelijk principe dat voorzorg of beschermende actie voorschrijft in geval van wetenschappelijke onduidelijkheid of gebrek aan gegevens om dreigende schade aan het welzijn van mensen, dieren of het milieu terug te dringen of te verlichten, in afwachting van verder wetenschappelijk onderzoek.
De capaciteit van een individu om emoties, positieve of negatieve toestanden of bewuste gevoelens te voelen, waar te nemen of te ervaren. Positieve gevoelens, zoals vitaliteit, gezelschap, welbehagen, verzadiging, blijdschap, nieuwsgierigheid, verkenning, foerageren en spelen zijn van cruciaal belang voor een goed dierenwelzijn.
Gedomesticeerde dieren die zijn getraind om mensen te assisteren.
Een wild dier is een individu van een soort dat niet gedomesticeerd is en zijn wilde eigenschappen en behoeften aan een natuurlijk leven behoudt.
Gedrag dat opzettelijk of onopzettelijk fysieke of mentale schade toebrengt aan een ander individu.