10 ecologische problemen voor wilde dieren
10 ecologische problemen voor wilde dieren
In de afgelopen 50 jaar hebben ecologische problemen ervoor gezorgd dat de populaties van wilde dieren gemiddeld met meer dan tweederde zijn afgenomen. Dit komt voornamelijk doordat leefgebieden van dieren en natuurlijke hulpbronnen worden uitgeput door menselijke activiteiten en de gevolgen van klimaatverandering. Om de biodiversiteit te beschermen en wilde dierenpopulaties te laten herstellen, moeten we wereldwijd veranderingen op land en op zee doorvoeren die goed zijn gecoördineerd.

IFAW is een natuurbeschermings- en dierenwelzijnsorganisatie die zich inzet voor een wereld waarin dieren en mensen samen in balans kunnen zijn. Al meer dan vijftig jaar beschermen wij op een innovatieve manier wilde dieren en onze planeet. Door middel van educatie, bewustwording en directe actie werken we samen met gemeenschappen, overheden, organisaties en bedrijven, om samen een blijvende positieve impact te maken voor wilde dieren over de hele wereld.
In dit artikel bespreken we 10 van de meest dringende ecologische problemen die invloed hebben op wilde dieren en planten. Hierbij benadrukken we hoe belangrijk het is dat mensen hun relatie met het milieu veranderen, zowel lokaal als wereldwijd.
10 ernstige ecologische problemen voor wilde dieren en planten
Een hele reeks ecologische problemen zorgt voor blijvende en snel toenemende veranderingen in onze populaties van wilde dieren – van vervuiling tot overbevissing.
1. Klimaatverandering
Klimaatverandering verwijst naar langetermijnveranderingen in ons klimaat en weerpatronen. Sommige van deze veranderingen zijn natuurlijk en worden veroorzaakt door de activiteit van de zon of een grote vulkaanuitbarsting, maar de afgelopen 200 jaar hebben menselijke activiteiten het meest bijgedragen aan klimaatverandering. Door ons uitgebreide gebruik van fossiele brandstoffen zijn er te veel broeikasgassen in de atmosfeer terechtgekomen. Hierdoor is de wereldwijde temperatuur in slechts 200 jaar met 1,1°C gestegen.
Klimaatverandering bedreigt de biodiversiteit door:
- Verlies van leefgebied: Hogere temperaturen beïnvloeden de lokale vegetatie, de waterbronnen en de voedselbronnen van dieren. Deze veranderingen kunnen een omgeving onbewoonbaar maken voor bepaalde soorten. Hierdoor zijn dieren genoodzaakt om te migreren, de populatie kan erdoor afnemen en de soort kan zelfs uitsterven.
- Rampen: Klimaatverandering heeft het aantal rampen in de afgelopen 50 jaar vervijfvoudigd. Natuurbranden, orkanen en droogtes kosten levens en zorgen ervoor dat leefgebieden kleiner worden.
- Toenemende mens-dier-conflicten: Hoe minder leefgebied er is, hoe meer dieren en mensen worden gedwongen om dichter bij elkaar te leven. Mensen nemen de hulpbronnen en ruimte in die eerder door dieren werden gebruikt. Daardoor ontstaan er conflicten waarbij de veiligheid van zowel mensen als dieren in gevaar wordt gebracht.
- Uitsterving: De diersoorten die het meest worden geconfronteerd met de ernstigste gevolgen van klimaatverandering, worden het meest bedreigd met uitsterven.

2. Ontbossing
Ontbossing is het geheel kappen of uitdunnen van bossen om het land te gebruiken voor andere doeleinden, zoals landbouw, veeteelt of verstedelijking. Het is een van de grootste ecologische problemen voor biodiversiteit, omdat het grote stukken leefgebied van wilde dieren wegneemt.
De koalapopulatie in Australië is bijzonder kwetsbaar voor ontbossing, omdat hun dieet uitsluitend bestaat uit eucalyptusbladeren. Wanneer deze bomen worden omgehakt, kunnen koala’s ondervoed raken en zelfs verhongeren. De koalapopulaties nemen hierdoor al af; de soort is geclassificeerd als kwetsbaar op de rode lijst van IUCN.
De grootste zoogdieren die in bomen leven, orang-oetans, zijn afhankelijk van de weelderige regenwouden van Borneo en Sumatra om te overleven. Ze brengen tot 90% van hun tijd in het bladerdak door. Er wordt geschat dat alleen al op Borneo het leefgebied van meer dan 26.000 orang-oetans in de komende tien jaar verloren kan gaan door ontbossing. Deze mensapen komen in gevaar.
3. Versnippering van leefgebied
Versnippering van leefgebied betekent dat leefgebieden in kleinere stukjes worden gesplitst. Delen van leefgebieden kunnen worden vernietigd door natuurlijke oorzaken of door menselijke activiteiten zoals landbouw of stedelijke ontwikkeling. Door deze versnippering kunnen wilde dieren zich niet veilig door het gebied verplaatsen. Dit verstoort hun seizoensgebonden voedselpatronen en hun migratie.
Als diersoorten worden gedwongen om in kleinere gebieden en met kleinere populaties te leven, wordt de onderlinge concurrentie groter. Ook ontstaat er dan inteelt, wat de populaties uitput en de biodiversiteit bedreigt.
Veel soorten voelen momenteel de gevolgen van versnippering van leefgebied. Dit zijn slechts een paar voorbeelden:
- De territoria van Afrikaanse savanneolifanten zijn kleiner geworden doordat mensen meer land zijn gaan gebruiken. De olifanten hebben meestal een ruimte van meer dan 30.000 vierkante kilometer nodig om te kunnen rondtrekken.
- Jachtgebieden van Afrikaanse wilde honden zijn onderbroken door menselijke nederzettingen.
- Bizons verliezen graasgebied door landbouw en stedelijke ontwikkeling.
- Zwarte neushoorns worden gedwongen om in kleinere gebieden te leven, waardoor hun voortplantingssnelheid daalt en het aantal ziektes toeneemt.
- Het is voor kariboes moeilijker om te migreren, zich te voeden en voort te planten door menselijke ontwikkelingen in hun leefgebied.
4. Stroperij
Stropen wordt gedefinieerd als het illegaal jagen op of levend vangen van een wild dier dat je niet bezit of dat wettelijk is beschermd. In veel gevallen is stropen uitgegroeid tot een geavanceerde en grootschalige operatie, gedreven door financieel gewin.
Exotische dieren of hun lichaamsdelen worden verkocht om als huisdier te worden gehouden, als ingrediënt voor traditionele medicijnen of als luxeartikel. Deze redenen, samen met de hoge vergoedingen die jagers ontvangen, blijven de drijvende kracht achter stroperij. De diersoorten die het meest in trek zijn bij jagers, zoals antilopen, gorilla's, leeuwen, olifanten en neushoorns, zijn ontzettend kwetsbaar.
Van alle ecologische problemen waar dieren mee te maken hebben, is stroperij een van de meest lastige, omdat in sommige gebieden van de wereld mensen afhankelijk zijn van stroperij voor hun inkomsten, voeding of traditionele medicijnen. Binnen deze gemeenschappen moeten we proactief alternatieve bestaansmiddelen voor stropers ondersteunen, zodat ze wildvriendelijke inkomstenbronnen hebben. Ook moeten we rangers steunen die in de frontlinie werken om wildlifecriminaliteit te voorkomen.

5. Bijvangst
Bijvangst verwijst naar het zeeleven dat per ongeluk wordt gevangen bij commerciële visserij. Dieren die niet waren bedoeld als vangst komen in visgerei terecht of ze raken erin verstrikt. Dit treft niet alleen vissen; ook schildpadden, zeehonden, dolfijnen, haaien en zelfs walvissen kunnen bijvangst worden.
Bijvangst is een van de meest schadelijke ecologische problemen voor het leven in de oceanen, omdat de gevangen dieren vaak ernstig gewond raken en vele zelfs doodgaan. Als wilde dieren vastzitten in netten of aan lijnen en dan naar de wateroppervlakte worden getrokken, zet dit veel druk op hun lichaam. Hierdoor kunnen organen scheuren. Als de dieren vervolgens uit het water en op een vissersboot worden getrokken, kunnen ze door zuurstofgebrek snel sterven.
Dieren die onder water in vistuig vastzitten, kunnen zichzelf verwonden als ze proberen te ontsnappen. Sommige sterven door uitputting, terwijl dieren die naar de oppervlakte moeten voor lucht, zoals zeezoogdieren, vaak verdrinken.
6. Overbevissing
Er is sprake van overbevissing als er te veel vissen van een bepaalde populatie worden gevangen, en als er te weinig vruchtbare volwassen dieren zijn om de populatie weer op te bouwen. Overheden zijn zich al lang bewust van de ecologische problemen rond overbevissing. Hoewel de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties meer dan 500 wereldwijde vispopulaties controleert, is naar schatting meer dan een derde van de vissen overbevist.
Overbevissing wordt veroorzaakt door meer consumptie (omdat wereldwijd de bevolking groeit), klimaatverandering (waardoor migratieroutes van vissen veranderen) en ongereguleerde en illegale visserij.
Overbevissing heeft grote invloed op de biodiversiteit omdat vissers steeds diepere wateren opzoeken omdat er in de huidige gebieden steeds minder vissen zijn. Deze praktijk doorbreekt de natuurlijke voedselketen, vernietigt leefgebieden, en vermindert het zeeleven dat zorgt voor balans in een kwetsbaar ecosysteem.
Een extra probleem bij visserij in diepere wateren, is dat de open zee grotendeels niet wettelijk is beschermd. Daarom pleit IFAW voor ondertekening van de High Seas Treaty, waarmee bepaalde gebieden in de open zee kunnen worden beschermd.
Een diersoort die vaak wordt overbevist, is de haai. Haaien worden vaak gedood voor hun vinnen, waardoor sommige soorten met uitsterven worden bedreigd. Al meer dan tien jaar werkt IFAW samen met landen die lid zijn van CITES om de handel in haaien te beperken en ervoor te zorgen dat deze duurzaam is.

7. Vervuiling
Vervuiling ontstaat wanneer schadelijke stoffen in het milieu terechtkomen. Sommige vervuilende stoffen zijn natuurlijk, zoals vulkanische as en woestijnstof. Mensen zijn echter verantwoordelijk voor een groot deel van de verontreiniging – en daarmee beschadiging – van het land, het water en de lucht. Wij vervuilen de lucht met uitlaatgassen en rook, we vervuilen het water met plastic en ander afval, en we vervuilen het land en uiteindelijk ook de waterwegen met rioolwater, industrieel afval en pesticiden. Bovendien vervuilen we de oceaan ook met geluid: geluidsoverlast onder water is een groot probleem voor zeedieren zoals walvissen.
Geen enkel wild dier is veilig voor de schadelijke ecologische problemen van lucht- en watervervuiling. Luchtvervuiling kan de gedragspatronen van migrerende dieren veranderen; chemische verontreinig van water kan grootschalige problemen veroorzaken bij wilde dieren. Van Britse otters met PFAS in hun lichaam tot ijsberen die zijn besmet met industriële vervuilende stoffen, door vervuiling hebben wilde dieren over de hele wereld te lijden onder problemen met hun immuunsysteem, zenuwstelsel en hormonen.
8. Droogte
Droogtes, die overal ter wereld kunnen voorkomen, zijn langdurige periodes van droog weer met een gebrek aan neerslag. Droogte kan leiden tot watertekorten en rampzalige gevolgen hebben voor de gezondheid van zowel mensen als dieren. Dit ecologische probleem heeft impact op leefgebieden, landbouw, energie en het milieu. Door de temperatuurstijging als gevolg van klimaatverandering, worden drogere gebieden op aarde steeds droger.
Door droogte kunnen water- en voedselbronnen voor landdieren verdwijnen. De voedselketen wordt dan verstoord en ecosystemen raken uit balans. Jonge dieren kunnen overlijden en de voortplanting van populaties kan verslechteren.
Een bijkomend probleem bij droogte is dat natuurbranden vaker voorkomen, omdat brandbare stoffen zoals grassen en bomen dan nog sneller vlam vatten. In sommige gebieden waar vaak droogte is, kunnen mens-dier-conflicten ontstaan, omdat het vruchtbare land dat er nog is dan moet worden gedeeld.
Een voorbeeld van een aanhoudende droogte waarbij zowel mensen als wilde dieren ernstig zijn getroffen, vindt plaats in de Hoorn van Afrika. Sinds 2020 heeft de regio te maken met extreem droge regenseizoenen; één seizoen zag zelfs de minste neerslag in meer dan veertig jaar. Alleen al het ecosysteem van Amboseli heeft sinds februari 2023, 6.093 wilde dieren verloren door de droogte. Ook vee is zwaar getroffen, waardoor veel boeren hun bestaansmiddelen zijn kwijtgeraakt.
In Zimbabwe heeft IFAW samen met ZimParks Water is Life ontwikkeld, een project dat gemeenschappen in extreme droogte toegang geeft tot schoon en veilig water. Het verstrekken van schoon water aan gemeenschappen helpt ook wilde dieren, omdat het conflicten vermindert die kunnen ontstaan als bronnen beperkt zijn.

9. Olie- en gasontwikkeling
Aardolie en gas stoten niet alleen broeikasgassen uit in de atmosfeer en vervuilen de lucht; ook verstoort de ontwikkeling van de industrieën dieren, en zijn dieren hierdoor gedwongen te verplaatsen. Olie- en gasontwikkeling kan verantwoordelijk zijn voor:
- versnippering van leefgebied, wat dieren belemmert in hun voeding en voortplanting;
- lekkages die ecosystemen beschadigen;
- het introduceren van invasieve soorten, die een bedreiging vormen voor inheemse soorten;
- verandering van leefgebied doordat wegen en pijpleidingen worden aangelegd in gebieden die eerder onbegaanbaar waren;
- verlies van vegetatie en beschadiging van de bodem;
- verminderde luchtkwaliteit door emissies en (fijn)stof.
Bovendien zijn olielekkages berucht om hun catastrofale gevolgen voor zeedieren. De BP Deepwater Horizon olieramp in 2010 heeft wetenschappers in staat gesteld om de verreikende gevolgen van een grote olieramp te onderzoeken. Ze toonden aan dat in eerste instantie tienduizenden dieren worden getroffen en dat het ecosysteem van de oceaan permanent wordt beschadigd.
In december 2023 trof een olielek in India wilde dieren, waaronder wel 200 pelikanen. Een team deskundigen van IFAW en Wildlife Trust of India (WTI) rehabiliteerde en verzorgde de pelikanen. De olie en het afval werden weggehaald, en de dieren werden voorbereid op hun terugkeer in het wild. IFAW heeft ook samengewerkt met lokale organisaties en overheidsinstanties in Saoedi-Arabië, Soedan, Jordanië, Jemen en Zuid-Afrika om hulpverleners te trainen hoe ze veilig en effectief kunnen zorgen voor wilde dieren die zijn getroffen door olielekken.
10. Bodemerosie en -aantasting
Bodemerosie treedt op wanneer de bovenste laag van de aarde in de loop der tijd wegslijt en verschuift, waardoor de vorm van het land verandert. Dit kan een natuurlijk proces zijn dat ontstaat door krachten zoals water en wind, maar het kan ook veroorzaakt worden door menselijke activiteiten.
Een derde van de wereldwijde bodem vervalt in matige tot hoge mate. Bodemaantasting treedt op wanneer de kwaliteit van de bodem afneemt - en daarmee zijn vermogen om planten en dieren te helpen. Bodemaantasting omvat chemische, fysieke of biologische veranderingen die invloed hebben op het ecosysteem van de bodem en de dieren die erin leven. Net als bodemerosie kan bodemverval het resultaat zijn van natuurlijke processen, maar het kan ook worden versneld door menselijke activiteiten, zoals landontginning en intensieve landbouw.
Bodemerosie kan een ecologisch probleem worden voor wilde dieren omdat het de vruchtbaarheid van de bodem vermindert. Dit kan de gezondheid en biodiversiteit van de vegetatie verslechteren. Minder planten betekent ook dat er minder soorten zijn om kooldioxide te absorberen en de effecten van de opwarming van de aarde te voorkomen. Gezonde bodems zouden naar schatting 5% van alle broeikasgassen die mensen jaarlijks uitstoten, kunnen absorberen.
Intussen heeft aantasting van de bodem ook gevolgen voor wilde dieren doordat het aantal aardverschuivingen toeneemt. Deze kunnen leefgebieden verwoesten en leiden tot woestijnvorming omdat een ongezonde bodem vegetatie niet in stand kan houden.
Steun IFAW’s werk om wilde dieren te beschermen
Educatie, een gedurfde aanpak en proactieve steun: dat vormt de basis voor het oplossen van deze ecologische problemen. Door IFAW te steunen kun je helpen om verandering teweeg te brengen door middel van maatschappelijke actie, beleidsveranderingen bij de overheid en verbeterde standaarden en initiatieven in de sector.
Jouw donaties helpen om doortastend en besluitvaardig op te treden, problemen bij de bron aan te pakken en de natuur op een duurzame manier te beschermen. Met jouw hulp kunnen we een toekomst creëren waarin wilde dieren en hun leefgebieden niet alleen overleven, maar ook goed gedijen.
Gerelateerde content
Zonder jouw steun kunnen wij ons werk niet doen. Geef nu voor het verbeteren van de leefomstandigheden voor dieren.