Dieren redden bij rampen – Europa
mensen redden door dieren te redden – voor, tijdens en na rampenWilde dieren zijn de vergeten slachtoffers van rampen – en ze hebben ons nodig
Wilde dieren zijn de vergeten slachtoffers van rampen – en ze hebben ons nodig
Klimaatverandering leidt tot meer en grotere natuurrampen. Klimaatdeskundigen waarschuwen ons al jaren en afgelopen maart luidden ze opnieuw de noodklok in het zesde IPCC-rapport: Klimaatgerelateerde en niet-klimaatgerelateerde risico's zullen meer en meer toenemen, waardoor ze steeds moeilijker te beheersen zijn.
In juli bracht de Wereld Meteorologische Organisatie (WMO) het zorgwekkende nieuws naar buiten dat Europa twee keer zo snel opwarmt als het wereldwijde gemiddelde. Europeanen ondervinden hier al de gevolgen van, in de vorm van extreme weersomstandigheden zoals we niet eerder zagen – met alle tragische gevolgen vandien. De Emergency Events Database (EM-DAT) geeft aan dat alleen in 2022 al 16.365 mensen de dood vonden door meteorologische, hydrologische en klimaat-gerelateerde rampen in Europa. Nog eens 156.000 mensen werden direct getroffen door deze rampen.
Het jaar 2023 is geen uitzondering, met langdurige periodes van droogte, waterstanden op historisch laag niveau, rivieren die droog staan en recordtemperaturen. In mei beleefde Italië de ergste overstromingen in 100 jaar, juli was de heetste maand ooit gemeten op aarde, en in augustus woedde in Griekenland de grootste bosbrand ooit in de Europese Unie sinds in 2000 werd begonnen met het registeren van die gegevens.
Het Europese continent wordt bedreigd. Net als alle levende wezens die hier leven – inclusief de wilde dieren.
Wat gebeurt er met wilde dieren bij een ramp?
Wilde dieren worden gedood, raken gewond of worden verdreven door rampen. Zelfs als ze de ramp zelf overleven, gaan hun leefgebied en voedselbronnen verloren. Water raakt vervuild en ze lopen het risico om levensbedreigende ziektes op te lopen. Ze worden gedwongen hun leefgebied te verlaten en een andere plek te vinden. Vaak moeten ze daarvoor naar gebieden waar mensen wonen. Hier lopen ze een groter risico om te worden aangereden, opgejaagd of gedood omdat ze als gevaarlijk of als ongedierte worden beschouwd.
Helaas is het moeilijk om vast te stellen hoe ingrijpend de gevolgen van rampen zijn voor wilde dieren. We beschikken over de technologie om vast te stellen hoeveel landoppervlak wordt verwoest en hoeveel mensen omkomen, hun huis kwijtraken of vermist worden, maar we kunnen nauwelijks zeggen hoeveel wilde dieren worden getroffen. Dat maakt dat dieren makkelijk worden vergeten wanneer er een inventarisatie wordt gemaakt van de verwoesting die is aangericht.
Wanneer onderzoekers een poging doen om de gevolgen voor wilde dieren in cijfers uit te drukken, dan zijn deze schokkend. Zo meldde de Universiteit van Sydney dat 3 miljard dieren zijn omgekomen of verdreven door de Australische mega-bosbranden in 2019-2020. Maar hoeveel wilde dieren waren het slachtoffer van de bosbranden in Canada, die deze zomer meer dan 18 miljoen hectare boreaal woud verwoestten? Of van de megabrand die meer dan de helft van het Griekse Nationale Park Dadia-Lefkimi-Soufli verschroeide, een belangrijk toevluchtsoord voor roofvogels?
Waarschijnlijk waren dat er ook miljarden.
Rampen kunnen hele ecosystemen verwoesten en jaren van natuurbehoud binnen enkele minuten tenietdoen.
Een dergelijke verwoesting heeft een jarenlange nasleep. Kwetsbare en bedreigde soorten zullen moeite hebben om zich snel genoeg weer voort te planten om te overleven en te voorkomen dat hun hele soort verdwijnt.
Hoe kunnen wij wilde dieren helpen om rampen te overleven?
Dieren kunnen zich niet voorbereiden op rampen zoals mensen kunnen. Ze lijden onder de verwoesting die branden, overstromingen, droogtes en oorlogen aanrichten, maar ze zijn niet opgenomen in de plannen en het beleid voor rampenbeheer.
De meeste nationale actieplannen voor de bescherming van kwetsbare soorten hebben rampen niet opgenomen in hun overzicht van potentiële bedreigingen. Deze plannen houden rekening met andere gevaren, zoals stroperij, ontbossing en mensen die zich in hun leefgebied vestigen, maar niet met rampen. Ook niet nu het risico op een ramp in hun leefgebieden hoger is dan ooit.
Het is belangrijk om een actieplan te hebben, omdat deskundigen dan een idee hebben van het populatieaantal en leefgebied; dus ze zouden kunnen vaststellen wat de gevolgen van een ramp zijn. Wetenschappers die na de bosbranden van afgelopen zomer een lynx met een gps-halsband volgden in het Canadese boreale woud, vonden het dier 300 kilometer van zijn territorium. Normaal gesproken blijft de lynx binnen een leefgebied van 25 vierkante kilometer.
Als we meer weten over hoe bepaalde diersoorten reageren tijdens en na rampen, kan dat ons ook helpen om oplossingen te vinden voor andere soorten. Zo zagen deskundigen dat sommige Griekse landschildpadden de bosbranden in Zuid-Frankrijk in 2021 hadden overleefd omdat ze diepe holen hadden gegraven onder de rotsen om zichzelf te beschermen tegen de hittegolf die voorafging aan de branden. Bosbeheerders en wildlife-autoriteiten zouden meer schuilplaatsen kunnen creëren die wilde dieren kunnen gebruiken als ze niet kunnen ontsnappen aan gevaar.
Hoe kunnen wildlife-autoriteiten en deskundigen rampenplannen verbeteren?
Wanneer wildlife-autoriteiten en deskundigen, zoals IFAW, worden betrokken bij het opstellen van rampenplannen, kunnen we sneller en efficiënter reageren in geval van nood. Rampenbestrijders en wildlife-autoriteiten moeten samenwerken om te zorgen dat ook wilde dieren worden gered wanneer een ramp toeslaat. Autoriteiten moeten zorgen dat ze over getrainde reddingsteams beschikken en een reddingsplan voor wilde dieren hebben als onderdeel van hun rampenplan. Ze moeten zich meer inzetten voor reddingsacties en rehabilitatiecentra voor wilde dieren in tijden van nood.
Dit zou ook het leed verlichten van eerstehulpverleners ter plaatse, die dieren zien lijden, maar ze niet kunnen helpen omdat het hun taak is om kwetsbare mensen te beschermen. Ook zou het betekenen dat minder ongetrainde mensen in gevaarlijke situaties terechtkomen omdat ze proberen wilde dieren te redden.
De problemen zijn complex, en juist daarom is het zo belangrijk dat autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor rampenplannen wildlife-experts raadplegen en manieren vinden om wilde dieren op te nemen in hun plannen.
Waarom is dit belangrijk?
We weten dat natuurlijke oplossingen de gevolgen van rampen kunnen beperken en kunnen bijdragen aan het behoud van onze planeet – en alles waarvoor we afhankelijk zijn van onze planeet.
Om zelf te kunnen overleven, hebben we gezonde ecosystemen nodig. Daarvoor zijn wilde dieren cruciaal. Het verlies van miljarden wilde dieren, het uitsterven van soorten en het verdwijnen van hele ecosystemen kan catastrofale gevolgen hebben voor ons allemaal.
We mogen de dieren – huisdieren en wilde dieren – niet vergeten tijdens rampen. Ze kunnen gewond raken, honger en dorst lijden, hun thuis kwijtraken, ziek worden en stress hebben – net als wij mensen. Ze hebben bescherming nodig.
Daarom roept IFAW de EU en haar lidstaten op om zowel mensen als dieren te beschermen tijdens rampen door wettelijk vast te leggen dat ook dieren moeten worden opgenomen in rampenplannen.
Roep de Europese Commissie op om rekening te houden met dierenwelzijn in rampenplannen.
Gerelateerde content
Zonder jouw steun kunnen wij ons werk niet doen. Geef nu voor het verbeteren van de leefomstandigheden voor dieren.