Phillip Kuvawoga
zoeken naar een balans in claims op natuurlijk kapitaal
zoeken naar een balans in claims op natuurlijk kapitaal
Sinds het begin van dit nieuwe millennium staat behoud van natuurlijke hulpbronnen wereldwijd hoog op de agenda en dit heeft geleid tot ambitieuze strategische doelstellingen voor bossen, water, wilde dieren en leefgebieden op land en in zee. De Living Planet Index (LPI) die in het rapport van 2016 werd gepubliceerd en het Global Assessment van het Intergouvernementeel Platform voor Biodiversiteit en Ecosysteemdiensten (IPBES) uit 2019 laten een schokkende afname zien van dieren- en plantensoorten en biodiversiteit wereldwijd als gevolg van bevolkingsgroei, verstedelijking en de verhoogde vraag naar voedsel en landbouwproducten [1]. Het oplossen van deze problemen is alleen mogelijk door collectief actie te ondernemen vanuit een wetenschappelijke basis en met de inzet van jonge, energieke professionals.
Het behoud van natuurlijk kapitaal in Afrika is eveneens een interessante case. Uit recente cijfers blijkt dat Afrika het continent is met de grootste populaties olifanten en neushoorns. Ook zijn er nog uitgestrekte gebieden die geschikt zijn voor uitbreiding van landbouw en enorm veel natuurlijke hulpbronnen boven- en ondergronds. Hier ligt een potentieel om een groot deel van de wereldbevolking, die naar schatting in 2100 uit zo'n 11,2 miljard mensen zal bestaan, van voedsel te voorzien. Deze natuurlijke rijkdommen vormen een solide basis voor voordelen op de lange termijn voor mens en maatschappij. Ondanks dit geweldige potentieel zijn veel Afrikaanse landen nog steeds arm en zitten lokale gemeenschappen vast in een vicieuze cirkel van armoede. Met betere kaders voor bestuur en exploitatie is het mogelijk om behoud van natuurlijke hulpbronnen in te zetten voor sociaaleconomische ontwikkeling op lokaal, nationaal en regionaal niveau. Ook het bevorderen van dynamisch ondernemerschap in de toeristische sector, bij bosbouw, visserij en landbouw biedt mogelijkheden voor aanzetten tot en bijdragen aan duurzame ontwikkeling.
Ecosysteemdiensten ten behoeve van de samenleving zijn alleen mogelijk als de ecosystemen zelf gezond en intact zijn. Maar veel lokale, nationale en internationale conflicten zijn het gevolg van strijdige claims, waarbij meerdere partijen aanspraak maken op leefgebieden en toegang eisen tot de steeds schaarsere hulpbronnen. Het blijkt zeer moeilijk te zijn om tot een plan van aanpak te komen waar alle partijen zich in vinden. Er is een spanningsveld tussen enerzijds de roep wereldwijd voor natuurbehoud, en anderzijds nationale belangen bij landbouwproductie, niet-duurzame mijnbouw, aardgas- en oliewinning, ontwikkeling van toerisme en de sociaal-culturele waarden en het levensonderhoud van lokale bevolking [2]. Bij de ecologische en sociaaleconomische spanningen over toegang tot en gebruik van natuurlijke hulpbronnen zijn meerdere maatschappelijke stakeholders betrokken en heeft ieder een eigen visie. Daarom moeten gesprekken en onderhandelingen worden gevoerd vanuit het streven naar oplossingen waarbij mensen in harmonie leven met de natuur en samen gedijen.
In deze complexe problematiek van strijdige claims op natuurlijke hulpbronnen is het van groot belang dat er vanuit de wetenschap wordt gekeken naar gebruik en beheer van hulpbronnen en dat hierop beleid wordt gemaakt. Dit vereist een interdisciplinaire aanpak vanuit een sociaalmaatschappelijk en natuurwetenschappelijk perspectief. Dit betekent ook dat beheerders van natuurlijke hulpbronnen een goed besef moeten hebben van doelen en ambities van de verschillende stakeholders of actoren in het leefgebied.
Om tot permanente oplossingen te komen voor strijdige claims op natuurlijk kapitaal moet eerst duidelijk zijn welke factoren de aanjagers zijn van het conflict over natuurlijke hulpbronnen. Stakeholders moeten deelnemen aan het onderhandelingsproces om tot consensus te komen over probleemdefinities en inzichten op basis van een maatschappelijk leerproces. Het is van essentieel belang dat partijen zoeken naar een compromis, partnerschappen vormen en dat dit uiteindelijk leidt tot een beweging met een gedeelde visie. Het formuleren van win-winoplossingen voor actoren in kleiner verband is een belangrijke eerste stap om het tij te keren voor alle spelers. Bij integratieve onderhandelingen is er oog voor beider belangen en het beantwoorden van de vraag ''hoe zorgen wij ervoor dat bescherming van wilde dieren ook landbouwgemeenschappen ten goede komt?'' is daarvan een goed voorbeeld [3]. Dit biedt mogelijkheden voor het ontwikkelen van gezamenlijke toeristenvoorzieningen of een productieketen voor ''diervriendelijke voedingsproducten'' die zowel natuurbeschermers als boeren toegevoegde waarde biedt. Integratieve onderhandelingen moeten een grotere rol spelen bij het vinden van oplossingen voor strijdige claims, zodat er afstemming mogelijk is over activiteiten die niet ten koste gaan van natuurlijk kapitaal.
Beleid waarin bescherming van natuurlandschappen is vastgelegd en strijdige claims worden onderkend, is cruciaal voor het voortbestaan van gezonde ecosystemen. Door ambivalent beleid komt natuurlijk kapitaal vaak onder druk te staan. Het afstemmen van beleid middels een alomvattende planning van exploitatie van hulpbronnen op basis van integratieve strategie biedt dan ook de meeste kans op positieve resultaten met minimale schade voor natuurlandschappen. Er moeten innovatieve systemen worden geïmplementeerd die stakeholders stimuleren om zich aan beleid en afspraken te houden. Dit geeft stakeholders de motivatie om zich aan alle regels te houden, omdat het alternatief van een coherente strategie weinig aantrekkelijk is.
Ecosystemen en natuurlijk kapitaal strekken zich vaak uit over landsgrenzen. Daarom werken veel grensoverschrijdende natuurgebieden (TFCA's) in Afrika met elkaar samen voor behoud van habitats en vrije migratieroutes voor keystone species zoals de olifant. Hierbij gaat bescherming van wilde dieren hand in hand met ontwikkeling van de gemeenschap, het bevorderen van cultuur en in harmonie met elkaar samenleven. Deze aanpak laat zien dat integrale planning een grote kans van slagen heeft, en dat binnen bescherming van ecosystemen natuurbehoud en ontwikkeling van de gemeenschap gelijke prioriteit hebben. Ook voor Afrikaanse landen waar populaties wilde dieren nog voorkomen in gebieden die nog geen beschermde status hebben, biedt deze integrale aanpak veel mogelijkheden.
In een aantal leefgebieden is IFAW hiermee al van start gegaan: TFCA Kavango Zambezi, TFCA Malawi-Zambia en TFCA Greater Kilimanjaro. Samen met overheden en andere actoren zetten wij in ons voor natuurbehoud en dragen wij bij aan behoud van habitat, bescherming van wilde dieren en creëren wij een stimulerende leefomgeving waar mensen en dieren samen in balans zijn. Maar er is nog veel meer werk aan de winkel om het voortbestaan van wilde dieren en natuur veilig te stellen voor toekomstige generaties. Daarom combineren wij vernieuwende denkwijzen met een gedurfde aanpak voor het vinden van oplossingen voor behoud van natuurlijke hulpbronnen waar steeds meer partijen op azen.
- Phillip Kuvawoga, Directeur Programma Behoud van leefgebieden
[1] IPBES (2019), Summary for policy makers of the global assessment report on biodiversity and ecosystem services on Biodiversity and Ecosystem Services, Secretariaat IPBES, Bonn, Duitsland.
[2] Meijer, et al (2019). Integrated landscape management and natural capital accounting: Working together for sustainable development.
[3] Novo, A., Jansen, K., Slingerland, M., & Giller, K. (2010). Biofuel, dairy production and beef in Brazil: competing claims on land use in São Paulo state. The Journal of Peasant Studies, 37(4), 769-792
Gerelateerde content
Zonder jouw steun kunnen wij ons werk niet doen. Geef nu voor het verbeteren van de leefomstandigheden voor dieren.