Het noodlot van de Afrikaanse pinguïn.
Het noodlot van de Afrikaanse pinguïn.
Afrikaanse pinguïns, met hun schattige wiebelgang en opvallende zwart-witte veren, worden geconfronteerd met een zorgwekkende daling van hun populatie. De Internationale Unie voor Natuurbehoud (IUCN) heeft hen recentelijk op de COP16 als kritiek bedreigd geclassificeerd, wat een ernstige wending betekent in hun strijd om te overleven. Deze belangrijke wijziging in hun beschermingsstatus benadrukt de dringende behoefte aan actie.
Afrikaanse pinguïns (Spheniscus demersus) komen voor langs de kusten van Namibië en Zuid-Afrika. Deze kleine, niet-vliegende vogels hebben een hoogte van slechts 60 tot 68 centimeter en wegen tot vier kilogram. Naast hun bescheiden formaat worden deze pinguïns gekenmerkt door hun zwart-witte verenkleed, de kenmerkende borststreep en de roze, onbehaarde huid rond elk oog.
Helaas is de populatie van Afrikaanse pinguïns met maar liefst 97% afgenomen, met een jaarlijkse daling van ongeveer 8%. Momenteel zijn er nog minder dan 19.800 volwassen pinguïns over, waaronder slechts 9.900 broedparen. Zonder directe actie lopen deze zeevogels het gevaar voor altijd uit de oceaan te verdwijnen.
Bedreigingen voor Afrikaanse pinguïns
De snelle afname van Afrikaanse pinguïns is te wijten aan een mix van menselijke activiteiten en veranderingen in het milieu. Dit omvat voedseltekorten door commerciële visserij, klimaatverandering en olielozingen.
Voedseltekort
Afrikaanse pinguïns zijn kieskeurig in hun dieet en zijn voornamelijk afhankelijk van kleine pelagische vissen zoals anchovy's en sardines. Helaas richten commerciële visserijen zich vaak op dezelfde soorten, wat leidt tot directe concurrentie tussen Afrikaanse pinguïns en mensen voor deze voedingsbronnen. Door de afname van deze visbestanden hebben de pinguïns steeds meer moeite om voldoende voedsel te vinden.
Klimaatverandering draagt ook bij aan deze voedseltekorten, omdat stijgende watertemperaturen en veranderingen in oceaanstromingen ervoor zorgen dat deze vissen zich van het natuurlijke leefgebied van de Afrikaanse pinguïn verplaatsen. Door de beperkte toegang tot voedsel lopen Afrikaanse pinguïns het risico op uithongering, een lager voortplantingssucces en een verminderde overlevingskans voor hun jongen.
Klimaatverandering
Niet alleen heeft klimaatverandering de beschikbaarheid van voedsel voor Afrikaanse pinguïns verminderd, maar het heeft ook andere schadelijke gevolgen. Zo kunnen zware stormen en kustoverstromingen broedplaatsen beschadigen, waardoor het voor pinguïns moeilijker wordt om te broeden en de overleving van hun jongen te waarborgen.
Olievervuiling
Chronische olievervuiling in de oceaan en grote olielozingen zijn uiterst schadelijk voor Afrikaanse pinguïns, vooral omdat een aanzienlijk deel van hun populatie nabij belangrijke havens woont. Wanneer pinguïns worden blootgesteld aan olielozingen, worden hun veren vervuild met olie, wat hun isolatie en drijfvermogen aantast. Dit maakt het voor hen moeilijker om effectief op prooi te jagen en vermindert hun kansen op succesvolle voortplanting.
Slechts twee olielozingen, in 1994 en 2000, resulteerden in de dood van 30.000 Afrikaanse pinguïns. Dankzij een grootschalig reddings- en rehabilitatieproject konden daarnaast ongeveer 40.000 andere pinguïns worden gered, wat waarschijnlijk heeft bijgedragen aan het voorkomen van de uitsterving van de soort. Tot 2021 waren er in totaal 71 olielozingen langs de kusten van Namibië en Zuid-Afrika, waarbij in totaal 83.224 zeevogels werden getroffen, waarvan 91% Afrikaanse pinguïns.
Andere menselijke activiteiten
Hoewel overbevissing en olielozingen zeker schadelijke menselijke activiteiten zijn, zijn er ook andere manieren waarop mensen de populatie van Afrikaanse pinguïns schaden. In het verleden oogstten mensen guano—de ophoping van vogeluitwerpselen—in welke Afrikaanse pinguïns hun nesten groeven. Deze praktijk heeft de pinguïns van geschikte broedplaatsen beroofd, waardoor ze gedwongen werden om in open gebieden te nestelen, wat hen kwetsbaarder maakte voor predatoren. Daarnaast werden de eieren van Afrikaanse pinguïns verzameld, een praktijk die nu illegaal is door natuurbeschermingswetten.
Hoeveel Afrikaanse pinguïns zijn er nog in het wild?
Er zijn nog minder dan 19.800 volwassen Afrikaanse pinguïns in de wereld, met ongeveer 9.900 broedparen. Dit is een scherpe afname ten opzichte van hun historische populatieniveaus.
Ter vergelijking: in 1956 waren er naar schatting 141.000 broedparen, in 197969.000 paren, in 2004 57.000 paren, in 200636.000 paren en in 201917.700 paren. Als deze trend zich voortzet, zou de soort binnen slechts 4.000 dagen (ongeveer 10 jaar) kunnen uitsterven.
Afrikaanse pinguïns leven in grote groepen die kolonies worden genoemd, wat hen veiligheid en warmte biedt. Voor hun overleving zijn ze afhankelijk van samenwerking binnen hun broedparen, zoals om de beurt eieren uitbroeden en de jongen beschermen terwijl de ander op zoek gaat naar voedsel. Zodra de jongen oud genoeg zijn, kruipen ze in groepen bij elkaar om zichzelf te beschermen tegen predatoren en zware weersomstandigheden.
Wat wordt gedaan om Afrikaanse pinguïns te beschermen?
IFAW is al meer dan twee decennia een voorvechter van de natuurbescherming van Afrikaanse pinguïns en werkt aan het aanpakken van de oorzaken van hun afname om een toekomst voor de soort te waarborgen.
IFAW heeft een langdurige samenwerking met SANCCOB (Southern African Foundation for the Conservation of Coastal Birds), gevestigd in Kaapstad, Zuid-Afrika. SANCCOB werkt samen met de lokale overheid en de kleinschalige pelagische visserij om oplossingen te vinden waarmee Afrikaanse pinguïns voldoende voedsel kunnen vinden, wat essentieel is voor hun overleving en succesvolle voortplanting.
Sinds het jaar 2000 hebben IFAW en SANCCOB samengewerkt aan belangrijke reddingsoperaties, waaronder het omgaan met de gevolgen van olielozingen, massale achterlaten van zeevogels en andere rampen. Een van de meest opmerkelijke prestaties van onze samenwerking was de respons op de Treasure-olielozing in Kaapstad in 2000, die werd veroorzaakt door het zinken van een vrachtschip. Deze ramp leidde tot de grootste dierenreddingsoperatie ter wereld, waarbij ongeveer 40.000 Afrikaanse pinguïns werden gered. Zonder deze inspanning zou de soort naar verluidt tegen 2010 zijn uitgestorven.
Tijdens deze intensieve reddingsoperatie werd er 30 minuten zorg aan elke individuele vogel besteed. Redders gebruikten een tandenborstel om olie uit hun veren te verwijderen. Dit alles was mogelijk dankzij de toewijding van meer dan 45.000 vrijwilligers en meer dan 130 experts die van over de hele wereld kwamen om deze pinguïns in Kaapstad te helpen.
Om het ernstige probleem van overbevissing aan te pakken, heeft SANCCOB samengewerkt met BirdLife South Africa en juridische stappen ondernomen om een betere bescherming voor de Afrikaanse pinguïn te waarborgen. Met steun van het Biodiversity Law Centre hebben deze organisaties een rechtszaak aangespannen tegen het kantoor van de Zuid-Afrikaanse Minister van Bosbouw, Visserij en Milieu. Ze betwisten het huidige beleid van de minister met betrekking tot het sluiten van eilanden voor de purse-seinevisserij, dat zij beschouwen als ‘biologisch betekenisloos’ en onvoldoende om kritische pinguïnhabitats te beschermen. De rechtszaak pleit voor het vervangen van de bestaande no-take zones voor commerciële visserij door wetenschappelijk onderbouwde alternatieven. Deze voorgestelde zones, ontwikkeld volgens een internationaal erkend proces, zouden beter aansluiten bij de essentiële voedingsgronden van de pinguïns en tegelijkertijd de economische impact op de purse-seinevisserij minimaliseren.
Om de Afrikaanse pinguïns de beste kans op overleving te bieden, zal IFAW blijven samenwerken met SANCCOB. Maar zelfs met al onze onvermoeibare inspanningen is er meer nodig, waaronder wereldwijde steun en bewustwording. Het delen van dit nieuws met vrienden en familie is slechts één van de manieren waarop je kunt bijdragen aan de bescherming van Afrikaanse pinguïns.
Gerelateerde content
Zonder jouw steun kunnen wij ons werk niet doen. Geef nu voor het verbeteren van de leefomstandigheden voor dieren.