Neil Greenwood
Van legendarische jagers tot olifantenbeschermers: hoe de Waata terugkomen van uitsluiting
Van legendarische jagers tot olifantenbeschermers: hoe de Waata terugkomen van uitsluiting
Het is een kleine inheemse gemeenschap, misschien wel minder dan 20.000 mensen in totaal. Ze zijn door de geschiedenis, de tijd en het lot verspreid over de semi-droge gebieden van Oost-Afrika. De Waata worden in de volkstellingen van de overheid bestempeld als 'anderen' en bestaan officieel niet.
Dat doen ze echter wel, in afzonderlijke territoriale groepen, zonder economische of politieke rechten. Ze leven aan de rand van de samenleving en verdienen hun brood als bewakers, houtskoolbranders, leveranciers van bouwpalen in stedelijke gebieden en als boeren in arme dorpen zoals Shirango in Kenia, een nederzetting van 500 mensen, enkele kilometers van de zuidoostgrens van Tsavo East National Park.
In een ver verleden waren ze een trotse jager-verzamelaargemeenschap die met bewondering werd beschouwd als het 'Volk van de Lange Boog'. Hun kennis van veldwerk, boogschieten, plantengiffen en hun vermogen om olifanten en ander groot wild te vangen met alleen vergiftigde pijlen, stelden hen in staat om te overleven in de struikgewassen van Kenia, Ethiopië en Tanzania, die rijk waren aan wilde dieren.
Ze vochten tegen de elementen, roofden op duurzame wijze het wild voor voedsel en verhandelden ivoor en dierlijke producten voor goederen. De naam 'Waata' - wat 'met de wil van God meegaan' betekent - getuigt van hun vermogen om zich aan te passen aan de grilligheden van de natuur.
Aan de rand van de samenleving
Aanvankelijk waren ze herders, maar de gemeenschap splitste zich af van de grotere traditionele Koesjitische groepen vanwege conflicten over water als gevolg van droogte. Ze verruilden hun veestapel voor jagen en verzamelen. Hun levensstijl kwam echter tot stilstand in 1948 toen de koloniale regering Tsavo East National Park oprichtte voor de bescherming van wilde dieren en toerisme. Ze moesten zich verplaatsen naar een gemeenschapsreservaat en mochten niet meer jagen. Hun levenswijze en -onderhoud werden met één pennenstreek teniet gedaan.
In het artikel 'Marginalization of the Waata Oromo Hunter-Gatherers of Kenya: Insider and Outsider Perspectives' beschrijven antropologe Aneesa Kassam en sociaal activist Ali Bashuna een mythe over de oorsprong van de Waata-levenswijze die generaties lang bepalend is geweest: Wilde dieren geschonken door de Oromo hemelgod Waaqa, samen met boog, pijl en vaardigheden om vergif te maken, beschouwden ze als hun exclusieve eigendom, en de jacht als goddelijk geschenk. Hun kenmerkende wapen is een dubbel-gebogen longbow.
"In tegenstelling tot stropers en bevoegde jagers die olifanten en neushoorns doden voor het ivoor en de hoorns, jaagden onze mensen alleen voor voedsel en oogstten ze enkel genoeg voor een groep families", zegt Barisa Hiyesa Thise, een stamoudste van de Waata-gemeenschap in het dorp Shirango. "Ze beschermden de wilde dieren omdat het vlees van het wild hun voornaamste voedingsbron was."
Het einde van de oorspronkelijke gemeenschap
Toen ze uit Tsavo werden verdreven, slaagden veel Waata er niet in om zich aan te passen aan het boerenbestaan in een ruig landschap waar onregelmatige regenval, lange droogtes en mislukte oogsten de norm zijn. Ze namen hun toevlucht tot illegale ivoorhandel en houtskoolverbranding om rond te kunnen komen, terwijl anderen naar stedelijke gebieden verhuisden op zoek naar ondergeschikt werk.
Het uitsluiten van de Waata begon echter al veel eerder. Het zat ironisch genoeg geworteld in hun veerkracht, hun flexibele levensstijl en hun vermogen om te gedijen in de meest barre omgevingen. Hun genetische verwanten, de veehoudende Gabra en Borana, beschouwden hen als 'onrein' en van een lagere kaste. Kassam en Bashuna schrijven dat ze vlees van stekelvarkens, nijlpaarden en neushoorns aten, waardoor ze 'onrein' werden en daarom 'ten westen van alle herdersnederzettingen' moesten leven – weg van hen. Andere gemeenschappen in de buurt noemden hen Waliangulu, schildpadvreters, een scheldwoord dat tot op de dag van vandaag pijn doet.
Ze werden door de koloniale overheid bestempeld als stropers en criminelen, en tussen 1956 en 1957 werd er meedogenloos jacht op hen gemaakt. Hun zelfvoorzienende activiteiten in en rond het park werden bij wet verboden.
In het nauw gedreven en omgeven door stigma's verborgen ze hun identiteit uit angst voor vervolging en kozen ze ervoor om zich bij de eerste nationale volkstelling in 1962 en de daaropvolgende volkstellingen te identificeren als onderdeel van nabijgelegen etnische groepen. Volgens Kassam en Bashuna “hielden ze op te bestaan als een aparte culturele entiteit en werden ze op sociaal en politiek vlak onzichtbaar”.
De Waata – een trotse jager-verzamelaar gemeenschap die over de savanne heerste en behoedzaam door de doornstruiken liep, net als de olifanten met wie hun levensonderhoud en levenswijze al duizenden jaren nauw verbonden zijn – hield op te bestaan. Ze werden 'anderen', een verloren gemeenschap die 'aan de rand van de samenleving' leeft.
Uitdagingen voor de Waata
De Keniaanse Waata-bevolking wordt tegenwoordig geschat op 2.000 tot 2.500 mensen, in verschillende richtingen verspreid door tegenslagen en veranderingen door de tijd heen. Ongeveer 500 mensen in 200 huishoudens zijn nog steeds gevestigd op het gemeenschapsland in het dorp Shirango. Omdat ze niet officieel als stam worden erkend, zijn ze een te kleine groep om te onderhandelen over politieke vertegenwoordiging en sociaaleconomische voordelen van de overheid.
Armoede en voedselonzekerheid
Geplaagd door armoede en voedselonzekerheid als gevolg van onophoudelijke droogte, waterschaarste en mens-dier-conflicten, is hun uitsluiting al sinds de jaren 1950 schrijnend. Omdat ze niet over een eigen basisschool beschikken vanwege hun lage inwoneraantal, lopen de kinderen in het dorp Shirango dagelijks tot wel 12 kilometer om onderwijs te volgen. Dit is een uitdaging in een gebied waar veel wilde dieren leven.
Landrechten verkrijgen
De gemeenschap heeft ook geen landrechten. Hun oorspronkelijke grondgebied van meer dan 40.000 hectare is sinds de onafhankelijkheid nooit toegewezen, waardoor hun eigendomsrecht onzeker is. “We willen dat ons eigendom van dit land formeel wordt vastgelegd door middel van toewijzing, zodat we als gemeenschap gezamenlijke, langdurige en bindende beslissingen kunnen nemen over het gebruik ervan,” zegt Barisa Hiyesa Thise, een stamoudste van de Waata-gemeenschap en voorzitter van de Shirango Conservancy.
Mens-dier-conflicten
Zijn gemeenschap woont in een van de zeven dorpen in een diervriendelijke zone die grenst aan het Shirango Wildlife Conservancy. Het reservaat herbergt 300 tot 500 olifanten en vormt een buffer op het uiterste zuidoosten van de grens van Tsavo East National Park. Het is een migratiecorridor en broedgebied voor olifanten. De dieren worden aangetrokken door voldoende voedsel, water van aarden dammen en de relatieve veiligheid van een gemeenschap die al generaties lang samenleeft met wilde dieren. Toch ontstaan er conflicten tussen mensen en olifanten, met name door schade aan gewassen, waardoor een gemeenschap die al voedselonzeker is nog armer wordt.
Oplossingen voor conflicten
Tsavo Trust steunt samen met USAID, IFAW en andere donateurs deze gemeenschap om deze uitdagingen het hoofd te bieden.
Omheiningen
Nu al worden huizen en gewassen beschermd door omheiningen die bestand zijn tegen wilde dieren en verlichting op zonne-energie. Hierdoor kunnen huishoudens voldoende voedsel oogsten en opslaan voor een periode van wel zes maanden.
Patrouilles
Regelmatige patrouilles en rondritten langs wilde dieren door wildverkenners uit de gemeenschap en rangers van Kenya Wildlife Service hebben ook de hoeveelheid olifanten in de buurt van menselijke nederzettingen verminderd, waardoor kinderen veilig naar school kunnen lopen. Er zijn ook plannen om een zuiveringsinstallatie voor water te bouwen, zodat de gemeenschap toegang heeft tot schoon water.
Tsavo Trust heeft een pick-uptruck geleverd voor veldpatrouilles en de professionele training van zes wildverkenners mogelijk gemaakt, zodat zij de regelgeving op het gebied van wilde dieren kunnen handhaven, het landschap en de biodiversiteit kunnen beschermen en mens-dier-conflicten kunnen beheersen.
Duurzame landbouw en schoon water
Het project heeft ook lokale boeren getraind in het toepassen van de beste werkwijzen voor klimaatslimme landbouw in dit droge land. Zo wordt het verbranden van houtskool, houtkap en de jacht op bushmeat als inkomstenbron tijdens droogteperiodes beperkt. Ook voorziet het project huishoudens van watertanks voor het opvangen van regenwater en draagt het bij aan de kosten voor het onderzoeken van het land van de Shirango Community Conservancy.
Het veiligstellen van de genetische diversiteit van olifanten en het behoud van de soort op de lange termijn
IFAW's ervaring leert dat wanneer gemeenschappen zoals de Waata bij natuurbehoud worden betrokken als key stakeholders, ze eerder geneigd zijn om deel te nemen aan dierenbeschermingsprogramma's die hun dagelijks leven ten goede komen. Zelfs als deze voordelen slechts indirect zijn gerelateerd aan wilde dieren.
IFAW's natuurbehoudsmodel Room to Roam is een oplossing die samenwerkt met de mensen die het dichtst bij de dieren en leefgebieden staan die wij willen beschermen. Door samen met gemeenschappen, ngo's en overheden te werken aan een grotere biodiversiteit en natuurlijke weerbaarheid tegen klimaatverandering, creëren we een toekomst waarin dieren en mensen in balans kunnen samenleven.
Weerbaarheid vergroten
Het plan voor de lange termijn is om de weerbaarheid van de gemeenschap en het ecosysteem te versterken, en om het bestuur van het Shirango Wildlife Conservancy, dat eigendom is van de gemeenschap, te verbeteren. Dit zal ten goede komen aan zowel de mensen als de wilde dieren.
“We hebben reservaten in Amboseli en Maasai Mara bezocht in het kader van capaciteitsopbouw via dit project. We hebben gezien hoe gemeenschappen profiteren van wildlife-toerisme”, zegt Thise. "Dat willen wij ook."
Conservancy manager Simeon Mwadilo beschrijft Shirango als een uniek ecosysteem met bedreigde en inheemse soorten, maar ook als een belangrijke wildcorridor die olifanten de ruimte biedt om rond te trekken tussen nationale parken Tsavo East en Tsavo West, en Arabuko Forest Reserve. Deze verbinding is cruciaal voor de genetische diversiteit en het voortbestaan van soorten op de lange termijn.
Samen wilde dieren beschermen
“Door wilde dieren te beschermen via antistroperijpatrouilles, herstel van leefgebieden, het terugdringen van mens-dier-conflicten en het verbeteren van de voedselzekerheid en de weerbaarheid van de gemeenschap, willen we duurzame werkwijzen bevorderen en mensen bewust maken van het belang van natuurbehoud,” zegt Mwadilo.
Het is onze droom om de Waata – een gemarginaliseerde inheemse groep met diepgaande kennis van en respect voor wilde dieren – in staat te stellen om hun levensonderhoud te verbeteren en betere beschermers te worden van deze natuurlijke rijkdom.
Help om olifanten en wilde dieren over de hele wereld te beschermen.
Gerelateerde content
Zonder jouw steun kunnen wij ons werk niet doen. Geef nu voor het verbeteren van de leefomstandigheden voor dieren.