ranger FAQ: wilde dieren beschermen in Afrika tijdens de COVID-19 pandemie
ranger FAQ: wilde dieren beschermen in Afrika tijdens de COVID-19 pandemie
30 april 2020
Tijdens de COVID-19-pandemie hebben overheden in Zuidelijk en Oost-Afrika het werk van wildlife rangers uitgeroepen tot een essentiële functie. Waarom?
De wilde dieren en de natuur vormen de basis voor het florerende toerisme in Afrika. Hierdoor worden rangers in de frontlinie geplaatst bij het voorkomen van wildlifecriminaliteit zoals stropen, dat plaatsvindt in grote beschermde gebieden en wildlifegebieden van lokale gemeenschappen met veel biodiversiteit. Er zullen nooit genoeg rangers zijn. Ze hebben hulp nodig.
Nu landen in heel Afrika in een lockdown zitten, zijn de normale activiteiten in nationale parken en beschermde gebieden, zoals de aanwezigheid van toeristen, bouw- en onderhoudswerkzaamheden die voor extra toezicht zorgen, allemaal stil komen te liggen. Hierdoor wordt de dreiging van stropen groter.
Door het werk van rangers als een essentiële functie uit te roepen, blijven alle rangers op hun post en kunnen ze snel en effectief handelen om criminelen te stoppen.
Hoe zorgt COVID-19 voor economische uitdagingen in Zuidelijk en Oost-Afrika?
Nu het reizen over grenzen praktisch tot stilstand is gekomen, zijn landen op het hele subcontinent die afhankelijk zijn van de inkomsten uit toerisme, die een aanzienlijk deel van hun BNP vormen, zwaar getroffen door COVID-19. Landen als Kenia, Tanzania, Oeganda, Zimbabwe en Zambia verdienen veel geld aan het toerisme, voornamelijk van westerlingen en Aziaten die hun landen bezoeken vanwege de natuurlijke troeven en de wilde dieren.
Er zijn zorgen dat als het toerisme niet herstelt na COVID-19, grote delen van voormalig beschermde gebieden het risico lopen om op andere manieren te worden gebruikt, die niet diervriendelijk zijn (bijv. landbouw, waarbij ook zorgen ontstaan over conflicten tussen mens en dier). Hierdoor verdwijnt de leefomgeving voor wilde dieren en de verbondenheid tussen en binnen landschappen.
Hoe zorgt de sluiting van hotels, lodges en toeristenvoorzieningen mogelijk voor een toename van stroperij in beschermde gebieden?
Een stad als Victoria Falls in Zimbabwe, een Werelderfgoedlocatie, trekt elk jaar tienduizenden toeristen die de beroemde watervallen en de wilde dieren in de omliggende nationale parken willen zien. Nu de 200 hotels, lodges en kleine toeristenvoorzieningen letterlijk hun deuren sluiten, staan honderden werknemers op straat zonder bron van inkomsten. In sommige gevallen zal dit leiden tot meer stroperij; om eten op tafel te krijgen, maar ook door mensen die het vlees zullen verkopen om wat geld te verdienen.
De rol van de private sector om de bescherming van wilde dieren te steunen is van onschatbare waarde. De concessiegebieden van waaruit de safarilodges worden beheerd, geven hierbinnen ook steun aan nationale parken en de anti-stroperijteams.
Bovendien worden formele bestuurssystemen in tijden van crisis vaak overbelast, waar zwarte markten van kunnen profiteren. Georganiseerde misdaad is van nature opportunistisch en door een crisis kan in het 'risico en beloning'-principe de beloning belangrijker worden. In deze periodes zullen mensen die anders misschien twee keer zullen nadenken om zich in te laten met misdaad, nu grotere risico's nemen en gebruik maken van de situatie.
Rangers werken voor de regering, dus hun salarissen zullen toch wel beschermd zijn, zodat ze een inkomen blijven houden?
Helaas is dit niet altijd het geval en door het rampzalige effect van COVID-19 op het toerisme, is het inkomen waarvan de regering de rangers betaalt enorm gedaald.
Zimbabwe schat in dat, in de komende 12 maanden, het wel 20 miljoen US dollar zal verliezen ten gevolge van de daling van bezoekers aan het land. Veel van deze bezoekers zouden nationale parken en beschermde gebieden bezoeken, waar ze geld zouden uitgeven aan onder andere accommodatie, entreegelden, en eten en drinken.
In Zimbabwe levert IFAW operationele steun aan ZimParks om ervoor te zorgen dat rangers in Hwange NP alles hebben wat ze nodig hebben om doeltreffend te werken. Van eten tot brandstof en basispakket... we zorgen ervoor dat ze krijgen wat ze nodig hebben om de wilde dieren te kunnen blijven beschermen. Op andere plaatsen vullen we de lonen aan, zodat rangers zich geen zorgen hoeven te maken en weten dat ze hun families thuis kunnen blijven steunen terwijl zij stropers in de bush bestrijden.
Hoe zit het dan met de rangers uit de gemeenschap en hun salarissen?
Rangers die voor de regering werken, zoals de Kenya Wildlife Service (KWS) rangers in Kenia, vallen onder de jurisdictie van KWS en voeren hun patrouilles uit in beschermde gebieden, zoals nationale parken en reservaten. De rangers uit de gemeenschap daarentegen, voeren hun patrouilles uit op gemeenschapsland, waar de wilde dieren de meeste tijd doorbrengen. Aangezien nationale parken en reservaten vaak niet afgeschermd zijn, kunnen de wilde dieren naar het gemeenschapsland trekken om water en gras te zoeken. In Amboseli wordt op 150.000 hectare gemeenschapsland gepatrouilleerd door 76 rangers uit de gemeenschap. Het gebied strekt zich uit langs de grens van Kenia en Tanzania en sinds de uitbraak van COVID-19 hebben de lagere inkomsten uit toerisme ervoor gezorgd dat sommige rangers uit Tanzania zijn ontslagen door het gemeenschapsbestuur. IFAW heeft daarom het patrouillegebied van de 76 rangers uit de gemeenschap uitgebreid om in te staan voor de veiligheid van wilde dieren in de regio, wat ook zorgt voor een grotere behoefte aan middelen als auto's, brandstof, onderhoudskosten, enz.
Waarom biedt IFAW de rangers en gemeenschappen hulp om COVID-19 te voorkomen?
Geen van beide groepen leeft in isolatie. Terwijl de rangers zelf voornamelijk in de nationale parken werken en leven, staan hun huizen vaak in de gemeenschappen die deze beschermde gebieden omringen. Om onze rangers en hun families gerust te stellen, moeten we ervoor zorgen dat ze veilig zijn.
Rangers staan vooraan in de strijd tegen wildlifecriminaliteit en hierdoor lopen ze een groot risico als ze in contact komen met stropers of zelfs gemeenschappen als onderdeel van hun werk. Het is noodzakelijk om rangers te beschermen om een wetshandhaving in stand te houden die de wilde dieren kan beschermen. Door basic beschermingsmiddelen als maskers, desinfectiemiddelen en handschoenen uit te delen, kan iedereen vrij van COVID-19 blijven.
In Kenia bijvoorbeeld, zijn alle rangers uit de gemeenschap in de gebieden Amboseli, Tsavo en Kilimanjaro, die naar huis waren gestuurd voor de COVID-19-uitbraak, nu opgeroepen om weer aan het werk te gaan. Zij zullen daardoor voor een langere periode gescheiden zijn van hun families. IFAW heeft ze gezichtsmaskers en desinfecterende handgel geleverd voor tijdens hun patrouilles en extra water en zeep voor alle buitenposten. We hebben ook COVID-19-richtlijnen verschaft voor een doeltreffend gebruik van deze middelen, en voor het correct verwijderen van de gezichtsmaskers indien er wegwerpexemplaren worden gebruikt.
In Malawi en Zambia leverden we, in onze poging om COVID-19 terug te dringen, nieuwe fietsen aan 'community extension workers', zodat ze meer dorpen en plaatsjes sneller kunnen bereiken. Met de steun van de United States International Development Agency (USAID), zijn deze mensen opgeleid om gemeenschappen kennis bij te brengen over COVID-19-preventie. Regeringen erkennen dat de bescherming van wilde dieren, en met name wetshandhaving, essentieel blijft. Het is essentieel om het risico op besmetting van rangers met COVID-19 te beperken, om te voorkomen dat de handhavingsstrategie van nationale parken en het beheer van beschermde gebieden instort.
Gerelateerde content
Zonder jouw steun kunnen wij ons werk niet doen. Geef nu voor het verbeteren van de leefomstandigheden voor dieren.