het Nationaal park Kaziranga is overstroomd.

De kringloop van het leven in Kaziranga: Bosbeheer, dierenartsen en dorpsbewoners strijden tegen overstromingen 

Maak kennis met de mensen die zich inzetten voor duizenden dieren die vechten voor hun leven. Hun habitat is een werelderfgoed dat voor 95 procent onder water staat.

Een volwassen vrouwtjesneushoorn met haar vierjarige kalf sloeg op de vlucht voor het stijgende water in het Nationaal park Kaziranga (KNP) in de Indiase deelstaat Assam. Ze trok naar de heuvels van Karbi, een hachelijke onderneming. Ze verstapte zich en viel 150 meter naar beneden. Ze overleefde de val niet.

 ''Het ongeluk deed zich voor in de streek Hatikhuli. De neushoorn was klem geraakt tussen twee grote rotsen. Toen wij bij haar kwamen, was ze helemaal in paniek en ademde ze zwaar. Niet lang daarna overleed ze. Het brak mijn hart toen ik het kalf op 500 meter van zijn overleden moeder zag,'' zegt dr. Samshul Ali, dierenarts bij het Indiase centrum voor rehabilitatie en bescherming van wilde dieren (CWRC), een gezamenlijk project van het Wildlife Trust of India (WTI), het Assam Forest Department en het International Fund for Animal Welfare (IFAW).

Het was een drukke dag voor Ali. Na het ongeval 's ochtends in Hatikhuli kreeg hij een telefoontje uit Haldibari waar een neushoornkalf was verdronken. Die dag redde zijn team ook nog een neushoornkalf in Salmara. Het jong werd 's avonds naar het CWRC gebracht voor verdere behandeling.

De dierenarts werkt al zeven jaar met dieren. De afgelopen vier dagen is hij niet thuis geweest.

Voorbereiding op de zondvloed

Assam wordt sinds 8 juli geteisterd door overstromingen en het CWRC in Borjuli Tiniali, zo'n 7 km van Bokakhat, is de enige opvangplek in Kaziranga voor behandeling van gewonde of verweesde dieren. Het centrum is in 2002 van start gegaan en heeft sindsdien zo'n 4.500 dieren behandeld en weer 60 procent teruggezet in het wild.

Veel mensen in Kaziranga noemen de jaarlijkse overstroming het 'noodzakelijke kwaad' dat jaarlijks bijdraagt aan het ecosysteem van het park. Tegelijkertijd is het ook een bedreiging voor de dieren en de rijke biodiversiteit van het park. Bij een overstroming slaan de moedige mensen van bosbeheer, het CWRC, omliggende dorpen, ngo's en de overheid de handen ineen om deze hulpeloze dieren te redden.

Bosbeheer maakt ruim van tevoren een planning om de calamiteit het hoofd te bieden. P. Sivakumar, directeur van het KNP: ''Wij bereiden ons meteen na Bihu, de feestdag in april, voor op de overstroming. We overleggen met de politie, overheid, ngo's en de lokale bevolking over strategieën om het tij te keren. We doen gezondheidschecks van onze medewerkers in het veld en zorgen ervoor dat er drinkwatervoorzieningen zijn in de kampen.''

Nu 85 procent van het park overstroomd is, zijn boten het belangrijkste transportmiddel voor bosbeheer. Sivakumar meldt dat er meer dan 200 pramen in de kampen zijn en 11 speedboten of bhotbhotis. Er zijn ook zo'n 50-60 voertuigen in het park.

Maar het komt aan op de grote mankracht van het KNP om alle acties efficiënt uit te voeren. Rohini Saika, Divisional Forest Officer van het KNP: ''Tijdens een overstroming werken er dag in, dag uit bijna 1800 mensen om onze wilde dieren te redden. Dat zijn 1400 van onze eigen medewerkers en de rest bestaat uit vrijwilligers, milieuorganisaties, ngo's en dorpsbewoners.''

Er zijn dit jaar ook veel dieren aangereden door auto's die met grote snelheid op de NH-37, de nationale snelweg, reden. Volgens de rapporten van bosbeheer zijn er tijdens de overstroming 11 zwijnherten en 1 sambar omgekomen bij verkeersongelukken.

Saika: ''Wij hebben een systeem met tijdcontrolekaarten ingevoerd voor mensen die met de auto door het park rijden. Wanneer wij mensen aanhouden die harder rijden dan de toegestane 40 km/u, krijgen ze een boete van 50.000 roepie.''

Survival of the fittest

Op het moment dat dit rapport wordt geschreven staat het officiële aantal overleden dieren op 51. Volgens de parkmedewerkers is het echter goed mogelijk dat er veel meer karkassen worden gevonden als het water terugtrekt.

Tot nu toe zijn er 38 zwijnherten, vijf neushoorns, één olifant, drie sambars en vier everzwijnen gevonden. Het aantal sterfgevallen onder de zwijnherten is het hoogst. Dr. Panjit Basumatary van het CWRC zegt daarover: ''Er zijn meer dan 30.000 zwijnherten in het park. Vanwege de grote populatie is het aantal sterfgevallen ook hoog. 

Het zijn ook nerveuze dieren, waardoor ze meer risico lopen.''

Maar welke dieren overleven en wat is daarvan de reden?

''Het gaat om survival of the fittest'', legt Sivakumar uit en verwijst daarmee naar Charles Darwins' theorie van natuurlijke selectie. ''De ongezonde dieren sterven als eerste. Gezonde dieren overleven een overstroming vaak, behalve als het water erg hoog staat.''

De mantra van het redden

Er zijn zo'n 33 nieuwe hoger gelegen gebieden aangelegd door bosbeheer die samen met de eerdere 111 gebieden een belangrijke rol hebben gespeeld in het beperken van het aantal sterfgevallen. ''Alleen maken niet alle dieren gebruik van die gebieden. Die worden voornamelijk gebruikt door neushoorns en zwijnherten. Olifanten en tijgers komen daar minder. Er is zelfs een tijger gezien die zijn toevlucht had genomen op het dak van een huis in Moabari,'' zegt dr. Bhaskar Choudhury, een dierenarts die voor het WTI werkt.

Dit artikel is vertaald uit het engels naar het nederlands. De credits gaan uit naar: the Indianexpress. Voor het originele artikel klik hier