Azzedine Downes
Ik ben nooit tevreden met alleen het aangaan van het gevecht. Er moet ook werkelijk iets veranderen.
Samenwerken met de Maasai-gemeenschap om wilde dieren ruimte te geven
Het Illaingarunyoni Conservancy is een uitgestrekt, 11.700 hectare groot landschap ten noordwesten van Amboseli National Park in Kenia. In het droge seizoen is het zo droog dat je je niet kunt voorstellen dat hier dieren leven, maar als de regens komen, verandert het in een groen paradijs.
Illaingarunyoni is niet alleen het leefgebied van verschillende zeldzame diersoorten, zoals schubdieren, Afrikaanse wilde honden en grootoorvossen, maar het is ook de laatste natuurlijke doorgang voor 2.200 bedreigde Afrikaanse savanneolifanten die zich tussen Amboseli en het Loita-Maasai Mara ecosysteem verplaatsen.
Hier direct onder staat een (Engelstalige) video. Mocht je deze niet kunnen zien, accepteer dan de cookies op onze website of bekijk de video op YouTube.
Dit gebied is cruciaal voor olifanten. De megaherbivoren eten tot 150 kilo voer en drinken tot 190 liter water per dag, waardoor ze grote afstanden moeten afleggen om te overleven. Amboseli National Park alleen is te klein voor hun behoeften. Elke dag zwerven ze over het land van de omliggende Maasai-gemeenschap op zoek naar water en voedsel.
Als veehouders leven de Maasai al duizenden jaren samen met wilde dieren. Ze hebben daarom waarden die overeenkomen met de manier waarop IFAW werkt aan vreedzame coëxistentie tussen mensen en wilde dieren. Recentelijk heeft er echter een generatiewisseling plaatsgevonden in hun kijk op land. Vroeger zag de gemeenschap land als iets dat niemand kon bezitten, maar nu werden percelen verdeeld, waarbij elk lid van de gemeenschap 4 hectare kreeg. Individuele landeigenaren konden met hun land doen wat ze wilden, of ze het nu bewerkten, verpachtten, verkochten voor ontwikkeling of voor natuurbehoud gebruikten.
Als ze instemden met een natuurbeschermingsplan, konden individuele landeigenaren daarna niet meer wijzigen hoe het land zou worden gebruikt. Het zou altijd beschermd blijven, zelfs als ze het zouden verkopen. Gelukkig namen de landeigenaren de belangrijke beslissing om de wilde dieren en gemeenschappen in de toekomst te beschermen door de Illaingarunyoni Conservancy op te richten.
Het land rondom Amboseli dat eigendom is van de gemeenschap is van levensbelang voor zowel de Maasai als wilde dieren. Amboseli is voor de dieren die er leven te klein als ze nergens anders heen kunnen. Versnippering van land en het verdwijnen van migratieroutes voor wilde dieren zijn enkele van de grootste bedreigingen voor het ecosysteem van Amboseli. Als het land bebouwd is, is het voor olifanten die er doorheen moeten trekken niet langer een veilig gebied. Dat brengt niet alleen olifanten in gevaar, maar het zorgt ook dat mensen en olifanten dichter bij elkaar in de buurt komen. Dit vergroot de kans op conflicten tussen mensen en olifanten, een situatie die iedereen schaadt.
De ranches op dit land fungeren in het droge seizoen ook als toevluchtsoord voor vee van de Maasai. Het beschermen van deze plekken helpt de veerkracht van de gemeenschap te versterken tijdens extreme weersomstandigheden, zoals droogtes, die steeds vaker voorkomen en ernstiger worden door klimaatverandering.
Toen het land voor het eerst was verdeeld, had het binnen een paar maanden verkocht kunnen worden. En als het eenmaal is verkocht, is het voor altijd verloren. Dat zou niet alleen dramatisch zijn voor olifanten, maar voor alle diersoorten die ervan afhankelijk zijn – inclusief de mens. De andere corridors die Amboseli verbinden met Loita en Maasai Mara staan al onder enorme druk om verkocht te worden voor andere doeleinden. Bij IFAW stelden we ons de vraag hoe we het land konden beschermen ten behoeve van de wilde dieren en de gemeenschappen.
Dit is niet de eerste keer dat IFAW met deze kwestie te maken heeft. De afgelopen tien jaar hebben we samengewerkt met de Maasai-gemeenschap in de Kitenden-corridor – ook in de buurt van Amboseli National Park – om te onderhandelen over een leasecontract dat zowel de gemeenschap als de wilde dieren ten goede zou komen. Gelukkig had Daniel Leturesh, leider van de gemeenschap en voorzitter van de Olgulului-Ololorashi Group Ranch – die Amboseli National Park omringt – een sterke visie voor de volgende generatie om hun land niet te verkopen, maar in plaats daarvan te gebruiken voor natuurbehoud.
Onderdeel van de visionaire aanpak van Daniel Leturesh is dat het bestemmingsplan voor het landgebruik van de Olgulului-Ololorashi Group Ranch een afspiegeling is van de Overeenkomst van Parijs en van het bestemmingsplan van Kenia. Deze plannen zijn allemaal gericht op het beschermen van 30% van de aarde tegen 2030 – vaak 30x30 genoemd – zodat we massaal uitsterven kunnen voorkomen, biodiversiteit kunnen beschermen en de planeet beter bestand maken tegen klimaatverandering.
Samen hebben we de Kitenden Conservancy gerealiseerd. Vorig jaar tekenden we de leaseovereenkomst met duizenden landeigenaren, waarmee we een gebied veilig stelden waar olifanten, zebra's en giraffen goed kunnen gedijen. Vervolgens konden we particuliere investeringen aantrekken, waardoor we ons konden richten op de bescherming van Illaingarunyoni. Dankzij het succes van de Kitenden Conservancy hadden we een model om te volgen.
Onze eerste stap was het veiligstellen van de ruimte door deze wettelijk te registreren als een vereniging voor natuurbehoud. Dat betekent dat – opnieuw onder leiding van Daniel Leturesh – de landeigenaren van de Olgulului-Ololorashi Group Ranch er formeel mee hebben ingestemd om hun percelen niet te verkopen, maar aan ons te leasen voor natuurbehoud, waardoor de Illaingarunyoni Conservancy is ontstaan.
Toen moesten we het gebied beschermen en ervoor zorgen dat rangers direct kregen wat ze nodig hebben om wilde dieren te beschermen tegen stropers en andere bedreigingen. Dankzij ons partnerschap met David Rio hebben we in september de David Rio rangerbasis geopend.
Zodra het gebied veilig en vrij van stroperij is, zullen de wilde dieren er gebruik van maken. Dieren beslissen zelf waar ze rondtrekken. Wij beslissen niet voor hen; we maken een gebied veilig voor ze, wetende dat veiligheid het waarschijnlijker maakt dat ze zich daar zullen vestigen.
De volgende stap is het verbeteren van de infrastructuur om toerisme aan te moedigen. De gemeenschap kan dan nog steeds leven van het land dat ze bezitten, maar dan wel op een manier die zowel henzelf als de wilde dieren ten goede komt. We moeten wegen en toeristische faciliteiten aanleggen, maar dat doen we pas na overleg met de gemeenschap over het soort toerisme dat ze op hun land zouden willen zien. Kitenden, bijvoorbeeld, wilde zeer exclusief, hoogwaardig toerisme met een lage impact. Dit is een leidraad voor sommige beslissingen over investeringen in de infrastructuur.
Er zijn natuurlijk ook andere natuurbeschermingsmodellen, waarvan het nationale parkensysteem een van de meest voorkomende is. Hoe mooi en belangrijk nationale parken ook zijn, hun statische aard past helaas niet bij de realiteit van waar we mee te maken hebben door klimaatverandering.
De komende jaren verwachten we veel meer beweging van wilde dieren en mensen. De plekken die de afgelopen honderd jaar beschermd moesten worden, hebben in de toekomst misschien geen bescherming meer nodig, maar nieuwe plekken wel.
Wij geloven dat een op de gemeenschap gebaseerd natuurbeschermingsmodel zo belangrijk is omdat het de toekomst is van natuurbehoud. We willen een einde aan de dagen dat mensen worden buitengesloten van en dieren worden opgesloten in nationale parken, terwijl een afstandelijke nationale regering beslissingen neemt die van invloed zijn op de lokale gemeenschap. Een perfect voorbeeld van de richting die we op moeten is een recente beslissing van de president van Kenia, William Ruto. Hij kondigde afgelopen augustus aan dat het beheer van Amboseli National Park weer in handen komt van de regering van Kajiado County, waar het park is gevestigd.
Lokale gemeenschappen moeten altijd centraal staan bij beslissingen over natuurbehoud. Dat is een van de redenen waarom een conservancy – een beschermd natuurgebied – het beste model is voor gebieden als Illaingarunyoni, en het is de reden dat we rechtstreeks samenwerken met gemeenschapsleiders.
De levensverwachting van een olifant is lang: 60 tot 70 jaar. Natuurbeschermers moeten tientallen jaren in de toekomst plannen en tegelijkertijd kijken naar wat diersoorten zal beschermen in de komende paar jaar.
Toen wij bij IFAW ons vooruitziende initiatief Room to Roam ontwikkelden, wisten we dat we op lange termijn moesten denken. Room to Roam wordt ondersteund door tientallen jaren wetenschappelijk onderzoek en gesprekken met lokale gemeenschappen. Het initiatief behoudt wilde landschappen die versnipperd waren geraakt of het risico liepen om versnipperd te raken.
Een van de misvattingen over Room to Roam is dat we een wildsnelweg aanleggen, zodat olifanten van Kenia naar Zimbabwe kunnen lopen. Dat is het niet. Door Illaingarunyoni te beschermen kunnen wilde dieren zich ononderbroken over een enorme afstand verplaatsen, helemaal van Amboseli naar Loita en Maasai Mara. Daarom is de grootte van het landschap cruciaal.
Het creëren van verbindingen op deze schaal vereist een langdurige verbintenis. Het heeft meer dan tien jaar geduurd om de Kitenden Conservancy tot stand te brengen. Eerst moesten we onderhandelen over de oorspronkelijke pachtovereenkomst en met de landeigenaren bespreken hoe pachtovereenkomsten werken. Daarna ontwikkelden we beheerstructuren, bestuur, wegen en systemen om investeerders voor toerisme aan te trekken. De investeerder, Conservation Equity, tekende vorig jaar een 25-jarige leaseovereenkomst met de landeigenaren.
Het Illaingarunyoni Conservancy zal ook tijd en investeringen vergen, net als andere landschappen die momenteel versnipperd dreigen te raken.
Visionaire programma's zoals Room to Roam vereisen sterke samenwerking en partnerschappen met gemeenschappen, overheden, andere natuurbeschermingsorganisaties en investeerders. We werken allemaal samen, niet alleen om natuurbehoud tot een succes te maken, maar ook om het welzijn van mensen te beschermen.
Dit is namelijk waar het op neerkomt: het redden van biodiversiteit is het redden van de planeet, is het redden van onszelf. Als er wilde dieren zijn, heb je een goede aardbodem. Als je een goede bodem hebt, heb je goede bomen. Als je goede bomen hebt, heb je schone lucht. De directe verbanden tussen een gezonde planeet en gezonde gemeenschappen komen op talloze manieren tot uiting.
Om te overleven moeten we de planeet delen. Ben jij bereid om de planeet te delen en andere soorten te beschermen? Als het antwoord nee is, dan zal de mensheid uiteindelijk zichzelf ten einde brengen. Als het antwoord ja is, laten we dan samenwerken om onszelf te redden.
Azzedine Downes
Ik ben nooit tevreden met alleen het aangaan van het gevecht. Er moet ook werkelijk iets veranderen.
Zonder jouw steun kunnen wij ons werk niet doen. Geef nu voor het verbeteren van de leefomstandigheden voor dieren.
Unfortunately, the browser you use is outdated and does not allow you to display the site correctly. Please install any of the modern browsers, for example:
Google Chrome Firefox Safari