IWC geen ‘zombie-instituut’: hervatting commerciële walvisvaart zou desastreus zijn
IWC geen ‘zombie-instituut’: hervatting commerciële walvisvaart zou desastreus zijn
Van 22 tot 27 september vond in Lima, Peru de 69e vergadering plaats van de Internationale Walvisvaart Commissie (IWC). De taak van deze commissie is de afspraken over de regulering van de walvisvaart te controleren, te bespreken en eventueel te herzien. Onlangs werd er in de media aandacht besteed aan kritische geluiden over de IWC, waarbij de IWC werd neergezet als ‘zombie-instituut'. Dat is erg kort door de bocht, en de daarbij aangehaalde suggesties zijn geen valide opties.
De oprichting van de IWC in 1946 ging om het beheer van soorten en 'een ordentelijke ontwikkeling van de industrie'. Maar de walvisvaart bleek alles behalve ordentelijk te verlopen; op het hoogtepunt in 1960 werden er tachtigduizend walvissen gedood, en ook Nederland deed daar actief aan mee.
Op het laatst was er vrijwel geen walvis meer te vangen en in 1985 werd er een moratorium ingesteld voor een broodnodige pauze van de walvisjacht. Maar deze pauze is nooit omgezet in een definitief verbod, en verschillende landen gaan ook nog altijd door met de walvisjacht in hun exclusieve territoriale zone.
Moratorium moet in stand blijven - walvissen zijn een cruciale bondgenoot
Desondanks is het moratorium inderdaad een succes gebleken en verschillende grote soorten herstellen zich langzaam. Maar deze successen zijn kwetsbaar: Walvissen hebben een lange draag- en zoogtijd en planten zich langzaam voort. Een hervatting van de commerciële walvisvaart zou desastreuze gevolgen hebben (hetgeen voorkomen wordt door het functioneren van het IWC) en bovendien zijn er allerlei dreigingen bij gekomen; vervuiling, afgedankt vistuig waar walvissen in verstrikt raken, intensieve scheepvaart met geluidsoverlast die de communicatie tussen walvissen verstoort, en botsingen met schepen.
Deze dreigingen worden aangepakt binnen verschillende IWC werkgroepen, hetgeen landen aanzet tot het instellen van striktere nationale beschermingsregels voor bepaalde soorten of bijvoorbeeld aanpassingen in het scheepvaartverkeer.
De suggestie om de bescherming van walvisachtigen onder te brengen bij het CITES verdrag is geen geschikte optie, want dit verdrag is -in tegenstelling tot wat er in het RTL artikel wordt beweerd- geen ‘internationale overeenkomst die planten en dieren beschermt’. CITES gaat om internationale handel en heeft als doel ervoor te zorgen dat de internationale handel in wilde dieren en planten geen bedreiging vormt voor het voortbestaan van de soort. De walvisjacht, vervuiling, scheepvaart en geluidsoverlast komen daar niet aan bod. En het Bonn verdrag is ook geen goede optie, want dit verdrag kent diverse moeilijkheden en uitdagingen die de uitvoering ervan ondermijnen en zo een effectief behoud in de weg staan. Lees hier meer over in het Journal of International Wildlife Law & Policy: Increasing the Effectiveness of the Bonn Convention on the Conservation of Migratory Species.
Kortom, de IWC is geen ‘zombie-instituut’ en speelt nog steeds een belangrijke rol in het beperken van de walvisjacht en daarmee het behoud van een diersoort die onder andere een cruciale bondgenoot is in het tegengaan van klimaatverandering.
Gerelateerde content
Zonder jouw steun kunnen wij ons werk niet doen. Geef nu voor het verbeteren van de leefomstandigheden voor dieren.